Eskimo’s. Eskimaux. Inuit-Yupik. Inupiat-Yupik. Er zijn vele namen voor het dappere, kajak-vaardersvolk van het Noorden dat leeft in de meest barre omstandigheden die de mens kent.
Maar wat weten we eigenlijk over hen? Afgezien van de iglo’s, harpoenen en bontjassen met capuchons weten de meeste mensen heel weinig over deze historische jager-verzamelaars en hun moderne verwanten.
10 De naam
Hoewel de term “eskimo” in een neutrale context kan worden gebruikt (en vaak ook wordt gebruikt), wordt hij over het algemeen als licht racistisch beschouwd, ongeveer zoals de term “indiaan” beledigend is voor inheemse Amerikanen. Toch wordt het technisch beschouwd als een aanvaardbare en algemeen gebruikte wetenschappelijke term met een vrij solide etymologie. Hoewel men denkt dat “eskimo” ofwel Deens ofwel Frans is (van het woord “eskimeaux”), is de naam waarschijnlijk gebaseerd op een oude Algonquiaanse term “askimo”. Onderzoekers kunnen het er echter niet over eens worden of dit “vleeseter” of “sneeuwschoen-netter” betekent.
Toch beschouwen veel van de Eskimo’s zelf de term als een belediging, dus uit respect voor dit trotse volk, zullen we het gebruik van de term voortaan vermijden wanneer dat actueel mogelijk is. De algemeen aanvaarde, politiek correcte naam (die velen van hen ook zelf gebruiken) is Inuit. Natuurlijk is dat weer een potentieel misleidende overkoepelende naam: Inuit behoren eigenlijk tot verschillende Yupik en Inupiat culturele groepen, die vele subsecties hebben.
Bij het gebruik van de term Inuit realiseren veel mensen zich niet dat het een meervoud is. Een individueel lid van het volk wordt een “Inuk” genoemd.”
9 De Eskimo-kus
Een Eskimo-kus is wanneer twee mensen hun neuzen tegen elkaar wrijven als teken van genegenheid. Vaak wordt gedacht dat de Eskimo’s zoenen vervangen door dit neus-naar-neus gebaar omdat bij gewoon zoenen hun speeksel zou kunnen bevriezen en hun lippen op een gênante, mogelijk gevaarlijke manier op elkaar zouden kunnen worden geklemd. Er zit echter veel meer achter deze eenvoudige handeling dan veel mensen denken.
De Eskimokus heet eigenlijk “kunik”, en heeft weinig te maken met zoenen of het tegen elkaar wrijven van de neuzen. Het is een soort intieme begroeting, vaak beoefend tussen paren of kinderen en hun ouders. Het lijkt misschien alsof de begroeters neuzen wrijven, maar eigenlijk snuffelen ze aan elkaars haar en wangen (er zitten geurklieren in menselijke wangen). Op deze manier kunnen twee mensen die elkaar niet hebben gezien zich snel herinneren aan de andere persoon en diens signatuurgeur.
Hoewel de kunik niet echt te relateren is aan zoenen, wordt het algemeen beschouwd als een intiem gebaar dat niet vaak in het openbaar wordt gedaan.
8 Voedsel
Hoewel de toegang tot winkels en westers voedsel ervoor gezorgd heeft dat het dieet van de Inuit verschoven is in de richting van westers eten, is hun eigen historische dieet fascinerend. Een vegetariër zou het moeilijk hebben om met een traditionele Inuit-stam samen te leven. Omdat zij in een dorre, koude omgeving leven, is hun dieet sterk gebaseerd op verschillende vleessoorten en bevat het slechts af en toe wat bessen en zeewier. Zelfs in de moderne tijd zijn groenten en fruit schaars en duur om in te voeren, zodat ze nog steeds behoorlijk afhankelijk zijn van het land.
Inuit zijn altijd deskundige jagers geweest die bijna alles kunnen (en zullen) vangen. Het vlees dat zij eten omvat kariboe, narwal, walrus, zeehond, en diverse vissen en vogels. Zelfs ijsberen staan soms op het menu. Er zijn vele traditionele manieren om voedsel te bereiden: drogen, koken in zeehondenolie, of begraven tot het op natuurlijke wijze gaat gisten. Sommige voedingsmiddelen worden helemaal niet gekookt. Sommigen beschouwen bevroren, rauwe witvis als een delicatesse.
Hoewel het gemakkelijk is te denken dat een dieet dat zo zwaar leunt op vlees tot ernstige gezondheidsproblemen leidt, behoren de Inuit die dit dieet volgen in feite tot de gezondste mensen ter wereld. Deze “Inuit-paradox” is al lange tijd het onderwerp van aanzienlijke wetenschappelijke belangstelling.
7 Iglo’s
De iglo is de typische woning van de Inuit: een ingenieuze koepelvormige constructie gebouwd van blokken ijs en sneeuw. De iglo is een vernuftige koepelvormige constructie, gemaakt van blokken ijs en sneeuw. De iglo is een slim onderdak, gemaakt van datgene wat de behoefte aan onderdak veroorzaakt, en maakt gebruik van de isolerende eigenschappen van sneeuw om een comfortabele woning te creëren.
Hoewel de meeste mensen zich iglo’s voorstellen als kleine sneeuwkoepels, zijn ze er in een grote verscheidenheid aan vormen en maten … en ook materialen. Voor de Inuit is “iglo” gewoon een woord voor een gebouw waar mensen in wonen. Elk gebouw, ongeacht zijn grootte, vorm of bouwmateriaal. Dit betekent dat u dit artikel nu waarschijnlijk in een iglo leest.
6 Qallupilluk
Elke cultuur heeft zijn mythische monsters, zelfs de culturen die in hun dagelijks leven heel wat echte monsters hebben. De Inuit trokken hun dagen door gevaarlijke ijsvelden, jagend op enorme walrussen en agressieve ijsberen. Het kon moeilijk zijn om hun kinderen met boemanverhalen tot gehoorzaamheid te dwingen – de kinderen wisten maar al te goed dat om elke hoek echte tanden en klauwen stonden te wachten. Toch was er één wezen dat zelfs de Inuit kinderen vreesden.
Qallupilluk (of Qalupalik, of Kallupilluk, wat letterlijk “Het Monster” betekent) was de boeman bij uitstek van de Inuit. Volgens de legende was het een pervers verwrongen mensachtige die onder water wachtte om onoplettende mensen mee te sleuren in de ijzige diepten van de zee. Dit was een natuurlijke en gezonde angst in een arctische samenleving waar in het water vallen vaak de dood betekende.
5 Blonde Eskimo’s
In 1912 vond een ontdekkingsreiziger genaamd Stefansson een vreemde Inuit-stam die geheel bestond uit blonde, lange, Scandinavisch uitziende mensen. Dit leidde tot een verhitte discussie over de aard van deze stam. De meeste mensen waren het er uiteindelijk over eens dat deze blonde Inuit uit het Canadese noordpoolgebied afstammelingen waren van Viking-ontdekkingsreizigers die zich eeuwen geleden in het gebied hadden gevestigd.
Suspicion blijft hangen op de Viking-theorie, want ze zijn sindsdien niet meer gezien. Een DNA studie uit 2003 heeft de hele hypothese ontkracht. Toch vonden zelfs de wetenschappers die het ongelijk van Stefansson hebben bewezen, de theorie overtuigend genoeg om te zeggen dat er iets achter kan zitten. Volgens hen is de mythe van het blonde Arctische volk wijdverspreid genoeg om er een kern van waarheid in te zien, ook al was Stefansson zelf niet helemaal accuraat met zijn bevindingen.
4 Woorden voor sneeuw
Een van de eerste dingen die iedereen denkt als ze het woord “eskimo” horen, is dat ze een absurd aantal woorden voor sneeuw hebben. Afhankelijk van wie je het vraagt, kunnen de eskimo’s sneeuw omschrijven met 50 tot 400 verschillende woorden, allemaal welsprekend gemaakt om een zeer specifiek type bevroren neerslag te beschrijven.
Dit is echter niet helemaal waar. Het idee van de veelheid aan sneeuwwoorden is onbedoeld ontstaan in de 19e eeuw door de antropoloog Franz Boas, die bij de Inuit leefde en hun gewoonten bestudeerde. Boas was onder de indruk van de uitgebreide termen die de Inuit gebruikten om hun bevroren terrein te beschrijven: Aqilokoq betekende “zacht vallende sneeuw”, piegnartoq was “de sneeuw die goed is voor slede rijden”, enzovoort. Hij vergat te vermelden dat de taal van de Inuit zo is gestructureerd dat verschillende woorden aan elkaar worden geregen, waardoor de indruk wordt gewekt dat een hele zin slechts één woord is.
In werkelijkheid hebben de Inuit slechts ongeveer evenveel woorden voor sneeuw als Engelssprekende mensen. Hun taal stelt hen alleen in staat woorden aan elkaar te rijgen, zodat een schijnbaar enkel woord alles kan betekenen van “ja, dat is inderdaad sneeuw” tot “die sneeuw die er nu verdacht geel uitziet en gisteren totaal niet.”
3 Armor
De Inuit zijn, uit noodzaak, vrij bedreven in het vervaardigen van warme, duurzame kleding. Toen ze nog uitsluitend op de jacht waren aangewezen om te overleven, waren ze echter ook zeer getalenteerde wapenmakers. Veel van hun prooien konden immers gevaarlijk zijn, en niemand wil het tegen een enorm beest opnemen zonder enige bescherming.
Het traditionele Inuit-harnas was een soort lamellair pantser dat bestond uit platen van been (vaak gemaakt van walrus-tanden, bekend als walrus-ivoor). Riemen van ruw leer hielden het harnas bijeen. Vreemd genoeg lijkt het ontwerp enigszins op het uiterst effectieve harnas dat door de oude Japanse krijgers werd gebruikt. Het feit dat de Eskimo’s in staat waren een dergelijk functioneel harnas te vervaardigen met gebruikmaking van slechts delen van de dieren waarop zij konden jagen, spreekt boekdelen over hun vindingrijkheid en talent om te overleven.
2 Wapens
Hoewel ze door contact met andere culturen toegang kregen tot vuurwapens en andere moderne wapens, werden traditionele Inuit-wapens grotendeels gemaakt van bij elkaar geraapte materialen (zoals hout en steen) en de dieren die ze doodden. Ze hadden geen middelen om op grote schaal metaal te smeden, dus was bot een belangrijk onderdeel van hun wapens. Knuppels, messen uit been, speren en harpoenen waren veelgebruikte wapens. Bogen en zelfs bola’s werden gemaakt van leer, been en pees.
Een kenmerkend meswerktuig van de Inuit-vrouwen was de ulu, een gebogen mes met een groot blad dat vooral werd gebruikt om door bevroren vlees te snijden, maar het was ook een gemene stootdolk als de situatie dat vereiste. De mannen hadden een apparaat genaamd de kakivak, een drietandige speer waarvan, bij gebruik, een van de stekels het doel doorboorde terwijl de andere twee zich aan beide zijden sloten om er zeker van te zijn dat het niet kon ontsnappen.
Omdat de meeste Inuit wapens voornamelijk werden gebruikt voor de jacht en het slachten, waren ze speciaal gemaakt voor het toebrengen van maximale schade. De messen waren scherp en vaak gekarteld, ontworpen om te scheuren en te verscheuren in plaats van netjes te snijden en te prikken. Dit, gecombineerd met het feit dat dezelfde wapens ook voor oorlogsdoeleinden werden gebruikt wanneer de situatie dat vereiste, maakte de Inuit-krijgers bijzonder angstaanjagend voor hun vijanden.
1 Armoede
Naarmate de vooruitgang van het moderne leven en de moderne wetgeving voortschreed, ondergingen de Inuit eenzelfde lot als andere semi-nomadische stammen – zoals de Australische Abogirinals. Hun “gemoderniseerde” leven kent heel wat meer armoede en werkloosheid dan in de meeste andere delen van de Westerse wereld. Dit, samen met discriminatie en het feit dat de overheid hen als cultuur negeert (vooral in de V.S.), heeft geleid tot veel sociale problemen, zoals een toename van alcoholisme. Het westerse dieet en een minder inspannende levensstijl hebben ook geleid tot een veelheid van gezondheidsproblemen.