Dichtheid als omzettingsfactor
Omzettingsfactoren kunnen ook geconstrueerd worden om om te rekenen tussen verschillende soorten eenheden. De dichtheid kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de massa en het volume van een stof om te rekenen. Neem kwik, dat een vloeistof is bij kamertemperatuur en een dichtheid heeft van 13,6 g/mL. De dichtheid zegt ons dat 13,6 g kwik een volume heeft van 1 mL. We kunnen die relatie als volgt schrijven:
13,6 g kwik = 1 mL kwik
Die relatie kan gebruikt worden om twee omrekeningsfactoren te construeren:
en
Welke gebruiken we? Dat hangt, zoals gewoonlijk, af van de eenheden die we moeten annuleren en invoeren. Bijvoorbeeld, stel dat we de massa van 16 mL kwik willen weten. Dan gebruiken we de omrekeningsfactor met onderaan milliliters (zodat de eenheid milliliter vervalt) en bovenaan grammen, zodat ons eindantwoord een eenheid massa heeft:
In de laatste stap beperken we ons eindantwoord tot twee significante cijfers omdat de hoeveelheid volume slechts twee significante cijfers heeft; de 1 in de volume-eenheid wordt beschouwd als een exact getal, dus heeft het geen invloed op het aantal significante cijfers. De andere omrekeningsfactor zou nuttig zijn als we een massa zouden krijgen en zouden worden gevraagd om het volume te vinden, zoals het volgende voorbeeld illustreert.
De dichtheid kan worden gebruikt als omrekeningsfactor tussen massa en volume.
Oefening
Wat is het volume van 100,0 g lucht als de dichtheid 1,3 g/L is?
Antwoord