Dit hoofdstuk behandelt de geschiedenis, de abundantie, de distributie en de productie van koper, zilver en goud. Zilver is wijdverspreid in sulfide-ertsen, waarvan zilverglans of argentiet het belangrijkst is. Goud is wijdverspreid en spaarzaam verspreid zowel in natieve als in telluriden, en is bijna altijd geassocieerd met kwarts of pyriet. Koper wordt gevonden als sulfide, oxide, of carbonaat. De belangrijkste ertsen zijn koperpyriet (chalcopyriet), koperloog (chalcociet), cupriet, en malachiet. Enkele van de oxide-ertsen van koper kunnen direct tot het metaal worden gereduceerd door verhitting met cokes, maar het grootste deel van de koperproductie is afkomstig van sulfide-ertsen die ijzer bevatten, en die een meer gecompliceerde behandeling vereisen. Het hoofdstuk geeft een overzicht van de toepassingen en het gebruik van koper, zilver en goud. Goud wordt voornamelijk gebruikt bij de vervaardiging van sieraden, maar andere belangrijke toepassingen zijn de tandheelkunde en de elektronica- en luchtvaartindustrie. Het hoofdstuk behandelt ook de fysische eigenschappen, de chemische reactiviteit en de groepstrends van koper, zilver en goud.