Albanië en Bosnië en Herzegovina markeren vandaag 10 jaar geleden dat hun burgers zonder visum naar de 26 lidstaten van de Schengenruimte en vier niet-Schengen EU-landen – Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië – mochten reizen.

Op 15 december 2010 heeft de Europese Unie de visumplicht afgeschaft voor de burgers van beide landen van de Westelijke Balkan, nadat zij in december 2007 met elk van deze landen een overeenkomst had bereikt over de versoepeling van de afgifte van visa.

De huidige EU-ambassadeur in Albanië, die in 2010 de start en de uitvoering coördineerde van de dialogen over visumliberalisering met de landen van de Westelijke Balkan, waaronder Albanië, twitterde vandaag ter herdenking van het feit dat het een decennium geleden is dat de visumliberalisering voor Albanië werd doorgevoerd.

“Vereerd dat ik tien jaar geleden heb bijgedragen aan de visumliberalisering voor Albanese burgers. De emoties van jonge en oude Albanezen die voor het eerst zonder visum de EU binnenkomen, zullen me altijd bijblijven”, twitterde ambassadeur Luigi Soreca, die eraan toevoegde dat zodra de pandemie is overwonnen, alle Albanese burgers weer ten volle zullen profiteren van vrij reizen.

De delegatie van de Europese Unie in Albanië heeft ook de 10e verjaardag gevierd van de invoering van visumvrij reizen voor de Albanese burgers, en wees erop dat op deze dag 10 jaar geleden, 50 eerste Albanese passagiers visumvrij naar Brussel waren gereisd.

15 december 2010 was een historische dag voor🇦🇱, met de invoering van visumvrij reizen voor🇦🇱burgers naar de EU🇪🇺-Schengengebied. Vandaag is het 10 jaar geleden dat de eerste 50 reizigers zonder visum naar Brussel reisden. Volledig 📽👉https://t.co/3ZUEN2GPBU pic.twitter.com/9D7bXtKXl7

– EU in Albanië (@EUinAlbanië) 15 december 2020

EU-ambassadeur en speciale vertegenwoordiger (SVEU) in Bosnië en Herzegovina Johann Sattler heeft ook getwitterd ter herdenking van de verjaardag, waarbij hij opmerkte dat de autoriteiten erin geslaagd zijn complexe eisen te vervullen om visumvrij reizen naar de EU voor burgers van Bosnië en Herzegovina te bewerkstelligen.


“Vandaag vieren we het tienjarig bestaan van visumvrij reizen naar de EU voor burgers van Bosnië en Herzegovina! De autoriteiten moesten aan vele complexe eisen voldoen en zijn erin geslaagd de hoogste EU-normen op het gebied van biometrische gegevens te halen! Een bewijs dat vooruitgang in Bosnië en Herzegovina mogelijk is en dat hard werken loont”, aldus de ambassadeur.

Weliswaar kunnen de burgers van de andere drie westelijke Balkanlanden sinds december 2009 zonder visum naar het Schengengebied reizen, maar Kosovo blijft het laatste land in de regio waarvan de burgers nog steeds een Schengenvisum nodig hebben om voor kort verblijf naar Europa te reizen.

De kwestie van de visumliberalisering voor Kosovo zit sinds de zomer van 2018 op de tafel van de Raad van de EU, toen de Commissie van de EU bevestigde dat het jongste land van Europa aan alle ijkpunten van de EU voor visumliberalisering had voldaan.

Nog niet zo lang geleden riep de rapporteur van het Europees Parlement voor Kosovo, Viola von Cramon, de Raad van de Europese Unie opnieuw op om het visumliberaliseringsproces met Kosovo te voltooien. In juli had dezelfde de president van Frankrijk, Emanuel Macron en de Nederlandse premier Mark Rutte beschuldigd van het vertragen van het visumliberaliseringsproces voor Kosovo.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.