Een vroeg opkomende haagplant die uitgroeit tot een robuuste, torenhoge bloemenkrans.
Een grote plant die tot 1,5 meter hoog wordt en een dikke hoofdstengel heeft die hol kan worden. Deze plant heeft vele trossen kleine geelgroene schermbloemen die naar de top toe verschijnen en aan uitlopers van de hoofdstengel hangen. De glanzend groene bladeren geuren naar selderij. Kan verward worden met fluitekruid, maar is over het algemeen groter en dikker gesteeld.
Waar vindt men Alexanders
Vindt men vooral aan de kust, waarschijnlijk door zijn gevoeligheid voor vorst, die in kustgebieden minder vaak voorkomt. Hij is algemener in het zuiden en zeldzaam in het grootste deel van Schotland. Hij is te vinden op kliffen, heggen, wegbermen en andere braakliggende terreinen.
Hoe gaat het?
Een gewone plant in zijn favoriete habitat.
Wist u dat?
- Elk deel van deze plant, ook bekend als paardenpeterselie, is eetbaar. Vroeger werd bijna elk deel van de plant gebruikt, van de jonge bloemknopjes, die werden ingemaakt als miniatuur bloemkool, tot de wortels.
- Het werd vroeger geteeld als een potherb en kan de moeite waard zijn om opnieuw te cultiveren voor zijn ongewone aangename smaak, een beetje zoals engelwortel.
- In het Latijn betekent de naam de peterselie van Alexandrië.
- In Engeland en in Ierland vind je het vaak bij ruïnes van abdijen en kastelen.
- Een soep genaamd ‘Lenten potage’ werd in de 18e eeuw door Ierse matrons gemaakt van Alexanders, waterkers en brandnetels.