De serum AFP-concentratie bij de mens daalt snel na de geboorte en de synthese ervan wordt in het volwassen leven normaal onderdrukt. AFP wordt echter in grote hoeveelheden gesynthetiseerd door humaan hepatocellulair carcinoom in meer dan 70% van de patiënten. Verhoging van het serum AFP bij goedaardige leverziekten zoals acute en chronische virale hepatitis en bij toxische leverschade gaat gepaard met kleine, voorbijgaande verhogingen van het serum AFP. Daarom wordt de kwantificering van serum alfa-fetoproteïne (AFP) veel gebruikt als diagnostische marker voor hepatocellulair carcinoom. Meting van het serum AFP-niveau is ook gebruikt voor screening van bevolkingsgroepen met een hoog risico op hepatocellulair carcinoom bij de mens, zoals mensen met cirrose of dragers van het hepatitis B-virus. De specificiteit van de screeningtest bij patiënten met slechts een matig verhoogd AFP (minder dan 400 ng/ml) is echter laag, en vals-positieve resultaten komen vaak voor. Een grote overlapping in de verdeling van serum AFP niveaus tussen hepatocellulair carcinoom en chronische leverziekte patiënten werd voornamelijk waargenomen bij HBsAg (+) patiënten. Daarom zijn de specificiteit en de voorspellende waarde van AFP lager bij HBsAg(+) dan bij HBsAg(-) patiënten, vooral wanneer AFP tussen 25 en 200 ng/ml ligt. Bij patiënten met chronische hepatitis B heeft de analyse van lectine reactiviteit van AFP de voordelen boven kwantificering van serum AFP om HCC-specifieke varianten op te sporen in serummonsters met slechts matig verhoogde AFP niveaus. Meting van AFP is een belangrijk hulpmiddel bij de zorg voor en het beheer van patiënten met goedaardige en kwaadaardige leveraandoeningen.