Kurt Cobain, zanger van de Amerikaanse grunge-rockband Nirvana en een man die algemeen wordt gezien als een woordvoerder van zijn generatie, pleegde op deze dag in 1994 op 27-jarige leeftijd zelfmoord.
Cobain werd op 8 april in zijn huis in Seattle ontdekt met een shotgun over zijn lichaam en een zichtbare hoofdwond. Een zelfmoordbriefje werd vlakbij gevonden. Forensisch onderzoek stelde later vast dat hij drie dagen eerder was overleden.
Cobain, ongemakkelijk met het leven in de schijnwerpers en de bewieroking en verwachtingen die op hem werden uitgestort als de frontman van de cynische, ontevreden ‘Generation X’, had zijn regelmatige gebruik van heroïne zien uitgroeien tot een verslaving tegen de tijd dat Nirvana’s album Nevermind, met de kenmerkende hit Smells Life Teen Spirit, een wereldwijde hit was geworden in het begin van 1992.
Hij had in 1993 een overdosis van de drug gekregen, en in maart 1994 had hij in Rome een overdosis genomen van een combinatie van Champagne en Rohypnol. Later die maand meldde zijn vrouw Courtney Love dat hij zichzelf met een pistool in een kamer had opgesloten, en al snel had hij toegestemd in een afkickprogramma in Los Angeles.
Tijdens zijn tweede nacht in het afkickcentrum klom Cobain over de twee meter hoge omheining van het terrein en stapte hij op een vlucht naar Seattle. Pogingen van Love, vrienden en familie en zelfs een privé-detective om hem op te sporen, liepen op niets uit en zijn lichaam werd op 8 april door een elektricien gevonden.
Naast de schotwond vond de politie injectiesporen op zijn armen en de lijkschouwer meldde later dat er een hoge concentratie heroïne en sporen van diazepam in zijn lichaam aanwezig waren.
Naast zijn vrouw liet Cobain een tweejarige dochter, Frances Bean, achter.