Pierre Jules Théophile Gautier (30 augustus 1811 – 23 oktober 1872) was een Franse dichter, dramaturg, romanschrijver, journalist en literair criticus.
Hoewel Gautier een vurig verdediger van de Romantiek was, is zijn werk moeilijk te classificeren en blijft het een referentiepunt voor vele latere literaire tradities zoals het Parnassianisme, het Symbolisme, de Decadentie en het Modernisme. Hij werd alom gewaardeerd door schrijvers als Balzac, Baudelaire, de gebroeders Goncourt, Flaubert en Oscar Wilde.
Tegen het einde van 1830 begon Gautier regelmatig bijeenkomsten te bezoeken van Le Petit Cénacle, een groep kunstenaars die bijeenkwamen in het atelier van Jehan Du Seigneur. De groep was een meer onverantwoordelijke versie van het Cénacle van Hugo. De groep telde onder zijn leden de kunstenaars Gérard de Nerval, Alexandre Dumas, père, Petrus Borel, Alphonse Brot, Joseph Bouchardy en Philothée O’Neddy. Le Petit Cénacle kreeg al snel een reputatie van extravagantie en excentriciteit, maar ook van een uniek toevluchtsoord voor de maatschappij.
Gautier begon al in 1826 met het schrijven van gedichten, maar het grootste deel van zijn leven bracht hij door als medewerker van verschillende tijdschriften, vooral La Presse, wat hem ook de gelegenheid gaf om buitenlandse reizen te maken en veel invloedrijke contacten in de high society en de wereld van de kunst te ontmoeten. Gedurende zijn hele leven reisde Gautier veel en maakte hij reizen naar Spanje, Italië, Rusland, Egypte en Algerije. De vele reizen van Gautier vormden de inspiratiebron voor veel van zijn geschriften, waaronder Voyage en Espagne (1843), Trésors d’Art de la Russie (1858), en Voyage en Russie (1867). De reisliteratuur van Gautier wordt door velen beschouwd als een van de beste uit de negentiende eeuw, vaak geschreven in een meer persoonlijke stijl, die een venster biedt op Gautiers eigen smaak voor kunst en cultuur.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.