Verpleging in Canada
De evolutie in het ontwerp van verpleegstersmutsen, van nonnenkappen tot geen muts, weerspiegelt de geschiedenis van de verpleging in Canada. De eerste verpleegsters die vanuit Europa naar Canada kwamen, waren nonnen. De Hospitalières, een rooms-katholieke orde van verpleegsters, kwamen in 1639 naar Quebec om een medische missie op te zetten die uitgroeide tot het Hôtel-Dieu. Zij introduceerden de eerste formele opleiding in de verpleging in Noord-Amerika. Verpleegzusters hadden geen speciaal hoofddeksel voor de verpleging, maar droegen een kapje dat deel uitmaakte van hun habijt. De nonnenkap zou de vormgeving van zowel de religieuze als de seculiere verpleging gaan beïnvloeden.
De Britse koloniën kenden niet de georganiseerde aanpak van de gezondheidszorg die Nieuw Frankrijk had. Verpleging werd informeel gedaan door vrouwelijke familieleden, met af en toe een consult van een arts. De weinige ziekenhuizen hadden vroedvrouwen in dienst die patiënten rudimentaire gezondheidszorg verleenden. Hoewel zij vaak nuttige ervaring meebrachten in hun werk, werden zij vaak gezien als slonzig, lui en dronken. Of deze vrouwen nu bij de patiënten thuis of in het ziekenhuis werkten, zij droegen hun gewone kleren. De meeste werkende vrouwen droegen in die tijd een witte pet, maar er was geen speciale “verpleegsterspet”.
Een revolutie in de medische praktijk tegen het midden van de negentiende eeuw had een diepgaande invloed op de verpleging. Tegelijkertijd ontwikkelde Florence Nightingale een systeem om “respectabele” vrouwen op te leiden in de verpleging, dat als model diende in het Engelse Canada. Het eerste opleidingsprogramma voor verpleegsters op basis van het ziekenhuisstagemodel werd in 1874 opgericht aan de Mack Training School for Nurses in St. Catharines, Ontario. Verpleegsters die aan deze opleidingen afstudeerden, moesten voor het eerst uniformen dragen om hen te onderscheiden van hun ongeschoolde concurrenten.