Burgeroorlog
Buckingham had een gecompliceerd jeugdleven. Tijdens de tweede Engelse burgeroorlog (1648-1649) koos hij de zijde van de royalisten en sloot hij zich aan bij het hof in ballingschap van Charles II in Frankrijk, maar in 1651 kwam het tot een breuk tussen hem en de koning.
De verhoudingen bleven stroef en Buckingham keerde in 1657 terug naar Engeland. Hij steunde echter het herstel van de monarchie in 1660 en zocht de gunst van de koning, waarbij hij met succes ambten verwierf zoals het luitenantschap in West Riding.
Hun relatie bleef ups en downs kennen, waarbij Buckingham korte tijd in de Tower of London verbleef.
Politieke piek
Toen de eerste minister van de koning, de lankmoedige graaf van Clarendon, in 1667 werd ontslagen, klom Buckingham op naar de top. Hij werd een invloedrijk adviseur met posities in belangrijke comités.
The Cabal Ministry
Buckingham was een van de belangrijkste ministers onder hen die bekend werden als the Cabal Ministry. Dit was niet alleen een acroniem van hun namen (Clifford, Arlington, Buckingham, Ashley-Cooper, en Lauderdale) maar riep ook, vooral in de handen van politieke satirici, schimmige politieke intriges op.
De term impliceert dat de vijf mannen samenwerkten, dit was echter niet het geval.
Schandaal en geheimhouding
Het geheime verdrag van Dover dat in 1670 tussen Engeland en Frankrijk werd ondertekend, bevatte een clausule waarin Charles II beloofde zich tot het katholicisme te bekeren. Drie van de Cabal, waaronder Buckingham, waren niet op de hoogte van dit verdrag en waren niet blij toen ze erachter kwamen.
In januari 1674 werd de steeds meer door schandalen geteisterde Buckingham ontslagen en in de politieke oppositie gedreven.
Buckingham en Cliveden
Buckingham bracht een groot deel van de rest van zijn leven door met het veroorzaken van problemen en werd in 1677 opnieuw naar de Tower gestuurd. Op een gegeven moment tijdens zijn gevangenschap kreeg hij toestemming de Tower te verlaten om leiding te geven aan het werk in Cliveden, waar hij een nieuw huis bouwde.
Dit werd kort daarna voltooid en in 1679 door John Evelyn beschreven als een “building of extraordinary Expense”. Buckingham stierf in 1687 zonder erfgenaam en Cliveden werd in 1696 verkocht aan de graaf van Orkney.