De Verenigde Staten hebben hun fiscale behandeling van gehuwde paren in 1948 gewijzigd van een systeem waarin elke echtgenoot belasting betaalde over zijn of haar eigen inkomen, in een systeem waarin een gehuwd paar als een eenheid wordt belast. De overgang van afzonderlijke naar gezamenlijke belastingheffing veranderde de prikkels voor arbeidsaanbod en vermogensbezit. In dit artikel worden de effecten van de omschakeling naar gezamenlijke belastingheffing onderzocht, waarbij gebruik wordt gemaakt van een natuurlijk experiment dat is ontstaan door de verschillen in eigendomsrecht tussen de staten. Gehuwde personen in staten met een gemeenschappelijk eigendomsrecht werden altijd belast alsof elke echtgenoot de helft van het inkomen van het koppel verdiende, en werden dus niet beïnvloed door de wetswijziging van 1948. Uit een vergelijking van het gedrag van hooggeschoolde belastingbetalers in de betrokken en de niet-getroffen staten blijkt dat de belastingwijziging gepaard gaat met een daling van de arbeidsparticipatie van gehuwde vrouwen met ongeveer 2 procentpunten, wat consistent is met de hogere belastingtarieven op het eerste inkomen waarmee zij na 1948 werden geconfronteerd. Vrouwen die getrouwd waren met zelfstandige mannen hadden na 1948 ook minder vaak een inkomen buiten loondienst, wat een weerspiegeling is van de toewijzing van familievermogen aan echtgenotes voor belastingdoeleinden vóór 1948. De effecten van de gezamenlijke belastingheffing op de arbeidsparticipatie van gehuwde mannen en het bezit van niet-looninkomsten zijn over het algemeen statistisch niet significant.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.