JOHN 1:35-37 35 Weer, de volgende dag, stond Johannes met twee van zijn discipelen. 36 En toen hij Jezus zag lopen, zei hij: “Kijk, het Lam Gods!”37 De twee discipelen hoorden hem spreken, en zij volgden Jezus.

Wat deed Johannes de Doper met zijn discipelen?
Hij wees hen op Jezus.

Wat deden de discipelen van Johannes de Doper als antwoord?
Zij volgden Jezus.

Hoe zou dit vandaag anders moeten zijn?
Het zou niet anders moeten zijn. Ware discipelen van Jezus sturen iedereen die hen probeert te volgen, om in plaats daarvan Jezus te volgen.

Wie waren de discipelen van Johannes de Doper die Jezus volgden?
Andrew was een van hen en Philip was waarschijnlijk de andere (zie hieronder).

JOHN 1:38-39 38 En Jezus keerde Zich om, en ziende, dat zij volgden, zeide tot hen: “Wat zoekt gij?” Zij zeiden tot Hem: “Rabbi” (dat is te vertalen met Leraar), “waar verblijft Gij?” 39 Hij zeide tot hen: “Komt en ziet.” Zij kwamen en zagen waar Hij logeerde, en bleven die dag bij Hem (het was nu ongeveer het tiende uur).

Waarom antwoorden zij op Jezus’ vraag naar wat zij willen met: “waar logeert U” (Johannes 1:38)?
Hun verlangen om tijd met Jezus door te brengen lijkt geïmpliceerd in hun vraag naar waar Hij logeert.

Tot hoe laat bleven zij die dag bij Jezus?
Het “tiende uur” (Johannes 1:39) was het tiende uur na zonsopgang, dat geacht werd om 6 uur ’s morgens te zijn, dus bleven ze bij Jezus tot 4 uur ’s middags.

Als u een christen bent, hoeveel tijd brengt u dan dagelijks met Jezus door?

JOHN 1:40-42 40Een van de twee die Johannes hoorden spreken en Hem volgden, was Andreas, de broer van Simon Petrus. 41 Hij vond eerst zijn eigen broer Simon en zei tegen hem: “Wij hebben de Messias gevonden” (wat vertaald wordt: de Christus).42 En hij bracht hem bij Jezus. En toen Jezus hem had bekeken, zei hij: “Jij bent Simon, de zoon van Jona. Gij zult genoemd worden Cephas”.

Stelde Andreas Petrus en Jezus aan elkaar voor?
Andrew vertelde Petrus over Jezus. Als hij Jezus ook had verteld wie Petrus was, zou Jezus niet tegen Petrus hebben herhaald: “Gij zijt Simon, de zoon van Jona” (Johannes 1:42). Jezus “zag aan” (Johannes 1:42) en wist wie hij was.

Hoe?
De Schepper kent Zijn werk.

JOHN 1:43-45 43 De volgende dag besloot Jezus naar Galilea te gaan, en Hij vond Filippus en zei tegen hem: “Volg Mij.” 44 Filippus nu kwam uit Betsaida, de stad van Andreas en Petrus. 45 Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: “Wij hebben Hem gevonden over wie Mozes in de wet heeft geschreven, en ook de profeten: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth.”

Wat en waar liggen Galilea en Bethsaida?
Het waterlichaam dat meestal het “Meer van Galilea” wordt genoemd (foto) is eigenlijk een meer waardoor de Jordaan stroomt in het noorden van Israël. “Galilea’ (Johannes 1:43) verwijst ook naar de streek rond dit waterlichaam, en Bethsaida, dat ‘huis (‘Bet’) van vis’ betekent, is een vissersdorp aan de noordoever ervan.

Hoe denk je dat Andreas en Filippus zeiden wat ze in Johannes 1:41 en 45 zeiden?
Ze waren hoogstwaarschijnlijk erg opgewonden en spraken die woorden met verheven stem uit. De Bijbel beschrijft gebeurtenissen, waaronder vele die zeer emotioneel zijn, op een droge, zakelijke manier.

Wat is het eerste dat Andreas en Filippus deden na hun ontmoeting met Jezus?
Zeggen over Jezus tegen hun naasten.

Heeft u dat gedaan?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.