Mike schreef naar de “Consult-Ant” met een aantal vragen over mieren. Ik zal proberen ze elk in een aparte post te beantwoorden. Voor de oorspronkelijke lijst van vragen en links naar alle antwoorden, bezoek hier.
11) Zijn er mierensoorten die gewoon water drinken en dan weer andere soorten die het opnemen uit de vochtigheid van de lucht? Of doen ze allemaal beide?
Je vraag deed me denken aan de film Microcosmos, die een aantal geweldige beelden bevat van mieren en andere insecten die met water omgaan. Ik gooi de trailer hieronder.
Het tweede waar ik aan dacht was gemeenschappelijk plassen als een overstroming verdediging, waar mieren water drinken en dan naar buiten rennen om te “plassen,” het verwijderen van overtollig water uit hun nesten. Je weet dat je op de link wilt klikken om het te zien, dus ga je gang. Ik wacht wel tot je terugkomt.
Mieren hebben water nodig. Velen drinken water uit druppels en kleine plasjes.
Mieren kunnen vocht uit verschillende bronnen halen, waaronder voedsel. Bladetende mieren en wevermieren halen vocht uit plantensap. Veel mieren eten bladluizen en andere insecten van de orde Homoptera voor vloeibare honingdauw, die vol zit met water. Andere mieren bezoeken extraflorale nectaria op planten voor een bron van zoete vloeistof.
Aan mieren is ook aangetoond dat ze “gereedschap” gebruiken om hen te helpen grotere hoeveelheden water en zoete vloeistoffen te verzamelen dan ze in hun krop zouden kunnen dragen. Van oogstmieren (Pogonomyrmex) is bekend dat ze zand in vloeibaar voedsel gooien en het dan terug naar hun nest dragen. Aphaenogaster mieren gebruiken stukjes plantaardig materiaal als sponzen om vloeistoffen op te zuigen en te vervoeren.
Mark Moffett vond dat Diacamma mieren hun nesten versieren met veren, die ’s morgens vroeg dauw opvangen. (Ik heb hier in Arizona Forelius mieren met veren gezien.) Hij suggereert ook dat de dode mieren die rond het nest verspreid liggen ook kunnen dienen voor het opvangen van dauw.
Wat het “absorberen van vochtigheid” betreft, suggereerde Coenen-staß (1986) dat de rode bosmier, Formica polyctena, in staat zou kunnen zijn om waterdamp te absorberen, gebaseerd op sorptiesnelheden. Andere wetenschappers hebben de weerstand tegen uitdroging onderzocht en suggereren bijvoorbeeld dat sommige mieren hun interne water kunnen terugwinnen via structuren die “rectal pads” worden genoemd (Hood en Tschinkel, 1990).
Video’s waarop te zien is hoe mieren water drinken:
Let goed op het achterste gedeelte (metasoma of gaster). Kijk hoe het opzwelt en helder wordt als de mier drinkt.
Microcosmos aanhangwagen. Zie voor een overzicht mijn blog Growing With Science.
Het komt erop neer dat werkmieren wel degelijk water drinken, en dit aan andere leden van de kolonie geven. Wat de vochtopname betreft, dat is betrekkelijk onbekend.
Voor meer informatie:
Coenen-staß, D. (1986). Onderzoeken naar de waterhuishouding bij de rode bosmier, Formica polyctena (Hymenoptera, formicidae): Werksters, hun larven en poppen. Vergelijkende Biochemie en Fysiologie Deel A: Fysiologie. 83 (1): 141-147.
Hood, G. and W.R. Tschinkel. (1990). Desiccation resistance in arboreal and terrestrial ants. Physiological Entomology, 15 (1): 23-35.
Moffett, M.W. 2010. Avonturen onder mieren: A Global Safari with a Cast of Trillions. University of California Press, Berkeley.