Inleiding

De bodem is een habitat en genenpool, dient als platform voor menselijke activiteiten, landschap en erfgoed, en fungeert als leverancier van grondstoffen. Een gezonde, vruchtbare bodem vormt de kern van de voedselzekerheid. Deze functies verdienen bescherming wegens zowel hun sociaal-economisch als hun ecologisch belang.

De huidige informatie wijst erop dat het bodemverval in de afgelopen decennia is toegenomen en verder zal toenemen indien geen actie wordt ondernomen. Bodemaantasting wordt veroorzaakt of verergerd door menselijke activiteiten en de voorspelde klimaatverandering zal, samen met individuele extreme weersomstandigheden die steeds vaker voorkomen, waarschijnlijk ook negatieve effecten hebben op de bodem.

Echte belangrijke aspecten van bodemaantasting in Europa zijn geïdentificeerd, waaronder achteruitgang van de biodiversiteit, verontreiniging, erosie en achteruitgang van het gehalte aan organische stof.

Al deze problemen hebben aanzienlijke economische en milieugevolgen en kunnen uiteindelijk de voedselproductie in gevaar brengen. In dit verband heeft het Europees Bureau voor de bodem van het GCO een werkgroep opgericht die zich bezighoudt met bewustmaking van het publiek en educatieve initiatieven voor de bodem.

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van bodemverval in Europa?

De bodem is een van de onschatbare hulpbronnen van onze planeet, maar wordt in Europa nog steeds aangetast. De minerale deeltjes, het water, de lucht, de organische stof en de levende organismen die samen de bodem vormen, vervullen belangrijke functies die onze samenleving schragen.

De bodem is veruit het biologisch meest diverse deel van de aarde. De bodembiota spelen een groot aantal fundamentele rollen bij de levering van essentiële ecosysteemgoederen en -diensten.

De 8 belangrijkste aspecten die in het rapport als drijvende krachten achter bodemaantasting worden aangemerkt, zijn:

  • Afname van de biodiversiteit, veroorzaakt door bodemverontreiniging, erosie, verzilting en bodemafdekking; bodembiodiversiteit weerspiegelt de mix van levende organismen in de bodem. Deze organismen interageren met elkaar en met planten en kleine dieren en vormen een web van biologische activiteit.
  • Bodemverdichting door het gebruik van machines leidt tot een vermindering van de biologische activiteit, porositeit en permeabiliteit. Het vermindert de wateropslag en -geleiding en maakt de bodem minder doorlatend voor plantenwortels, kan de infiltratiecapaciteit van water beïnvloeden en het erosiegevaar vergroten door snellere afspoeling.
  • Verontreiniging die, na 200 jaar industrialisatie, een wijdverbreid probleem is in Europa: ongeveer 3 miljoen locaties waar potentieel verontreinigende activiteiten plaatsvinden of in het verleden hebben plaatsgevonden, terwijl de laatste jaren reeds ongeveer 80.000 locaties zijn behandeld en veel industriële bedrijven hebben getracht hun productieprocessen te wijzigen om minder afval te genereren. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen lokale bodemverontreiniging (het resultaat van intensieve industriële activiteiten of afvalverwijdering) en diffuse bodemverontreiniging over grote gebieden (deels in verband gebracht met landbouwchemicaliën), waarbij zware metalen en minerale olie de meest voorkomende verontreinigende stoffen zijn;
  • Erosie door wind of water, waarbij in de jaren negentig ongeveer 16% van het totale landareaal in Europa (met uitzondering van Rusland) werd aangetast;
  • Bodemverschuivingen als gevolg van het verlaten van land en veranderingen in landgebruik, vaker in gebieden met erodeerbare bodems of kleibodems;
  • Verlies van organisch materiaal, een probleem dat vooral wordt veroorzaakt door een onjuist beheer van geïrrigeerde landbouwgrond. Volgens het rapport bevat ongeveer 45% van de bodems in Europa slechts tussen 0 en 2% organische koolstof, vooral in Zuid-Europa, maar ook in het VK, Duitsland, Noorwegen en België;
  • Verzilting en verzuring, hoofdzakelijk afkomstig van irrigatiewater en meststoffen;
  • Bodemafdekking, wanneer landbouwgrond of niet-bebouwde grond wordt gebruikt voor stadsuitbreiding, industriële ontwikkeling of vervoersinfrastructuur. Bodemafdekking veroorzaakt negatieve effecten op, of een volledig verlies van, bodemfuncties en verhindert dat de bodem belangrijke ecologische functies vervult. De gas-, water- en energiefluxen worden gereduceerd, wat bijvoorbeeld gevolgen heeft voor de biodiversiteit in de bodem. De waterretentiecapaciteit en de grondwateraanvulling van de bodem worden verminderd, wat resulteert in verscheidene negatieve effecten, zoals een hoger risico op overstromingen.

Zijn er nog andere potentiële bedreigingen voor de integriteit van de bodem?

Verwoestijning of de productie van biobrandstoffen en verzuring zijn andere potentiële bedreigingen voor de bodemintegriteit die in dit verslag aan de orde komen.

  • Van verwoestijning is in het Middellandse-Zeegebied sprake, aangezien veel bodemtypes, in combinatie met het hete, droge klimaat van de regio, reeds vele aspecten van bodemverval vertonen, zoals een laag SOC-gehalte, erosiegevoeligheid, geringe vruchtbaarheid.
  • Verzuring leidt tot aanzienlijke schade aan waterlopen en meren door verlaging van de pH-waarde en verhoging van de aluminiumconcentraties, hetgeen gevolgen kan hebben voor het aquatisch leven, het grondwater en de drinkwatervoorziening. Het is een proces dat van nature onomkeerbaar is in vergelijking met de levensduur van de mens.
  • Wat biobrandstoffen betreft, bestaat er bezorgdheid dat een toename van de productie ervan kan leiden tot ongeschikt landbeheer en een toename van de bodemaantasting. Op mondiaal niveau kan een grote vraag naar biobrandstoffen leiden tot concurrentie tussen de productie van biobrandstoffen en voedsel. Om het effect van veranderingen in landgebruik ten gevolge van de productie van biobrandstoffen te beoordelen, heeft het GCO richtsnoeren ontwikkeld om veranderingen in de hoeveelheid organische koolstof in de bodem en biomassa te kwantificeren. Dit is een belangrijke factor bij de beoordeling van de duurzaamheid. De richtsnoeren volgen de richtsnoeren van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) voor nationale broeikasgasinventarissen en worden ondersteund door uitgebreide mondiale gegevens die door het GCO worden verwerkt.

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van bodemverval?

Wijdverbreid bodemverval, dat leidt tot een afname van het vermogen van de bodem om zijn ecosysteemdiensten te verlenen, wordt grotendeels veroorzaakt door niet-duurzaam gebruik van de bodem. Slecht landbeheer, zoals ontbossing, overbegrazing, bouwactiviteiten en bosbranden behoren tot de belangrijkste oorzaken van deze situatie.

Dit heeft duidelijke lokale, regionale, Europese en mondiale gevolgen. Bodemaantasting draagt bij tot voedseltekorten, hogere grondstofprijzen, woestijnvorming en vernietiging van ecosystemen.

Wat is het verband tussen bodemaantasting en klimaatverandering?

De klimaatverandering kan de bodemaantasting ook verergeren, zo blijkt uit het rapport, dat verband houdt met frequentere en ernstigere droogteperioden. Anders dan in intropische ecosystemen bevat de bodem ongeveer tweemaal zoveel organische koolstof als de bovengrondse vegetatie. Men wordt zich steeds meer bewust van de rol van de bodem, met name veen, als opslagplaats van koolstof en van zijn rol bij het beheersen van de terrestrische fluxen van atmosferisch kooldioxide (CO2).

Hoewel het klimaat een essentiële bodemvormende factor is en een groot aantal pedogene processen regelt, kan de bodem ook het wereldklimaat beïnvloeden. In de bodem op de noordelijke breedtegraden worden enorme hoeveelheden organische koolstof opgeslagen, waarvan een groot deel is aangetast door permafrost en permanent of seizoensgebonden bevroren is. Momenteel is ongeveer 500 Gt koolstof opgeslagen in door permafrost aangetaste grond in het noordelijk circumpolair gebied. Het vrijkomen van grote hoeveelheden broeikasgassen uit deze grond zou een dramatisch effect kunnen hebben op het wereldklimaat, hoewel de precieze relatie complex is en aanvullend onderzoek vereist.

Onder passende procedures voor landbeheer zullen toenemende en ernstigere droogtes de mechanismen voor het vasthouden van water in de bodem doen instorten, hetgeen zal leiden tot het begin van erosie, woestijnvorming en een verhoogd risico op overstromingen.

Kan bodemaantasting gevolgen hebben voor de menselijke gezondheid?

Slechte bodemkwaliteit kan de menselijke gezondheid op verschillende manieren beïnvloeden, wat kan leiden tot specifieke ziekten of algemene ziekten. Ziekteverwekkers (zoals tetanus), parasieten (b.v. haakworm) en concentraties van toxische elementen (b.v. aluminium, arseen, cadmium, koper) in de bodem kunnen leiden tot een afname van de algemene gezondheid. Veel van de verbanden tussen bodem en gezondheid zijn echter onduidelijk en vereisen verder onderzoek.

Wat zijn de kosten van bodemverval?

Uit de beschikbare gegevens blijkt dat het merendeel van de kosten door de samenleving wordt gedragen in de vorm van schade aan infrastructuur als gevolg van de afspoeling van sedimenten en aardverschuivingen, de toegenomen behoefte aan gezondheidszorg voor mensen die door verontreiniging zijn getroffen, de behandeling van door de bodem verontreinigd water, de verwijdering van sedimenten, de waardevermindering van land rond verontreinigde locaties, de toegenomen controles op de voedselveiligheid en de kosten in verband met de ecosysteemfuncties van de bodem.

Speelt de EU een rol bij haar bodembescherming?

Quantitatieve beoordelingen van toekomstige trends in bodemeigenschappen en -eigenschappen zijn beperkt. Naast de talrijke beleids- en wetgevingsmaatregelen op het gebied van water, lucht, afval, chemische stoffen, industriële verontreiniging, natuurbescherming, pesticiden en landbouw is er geen specifieke EU-wetgeving die specifiek gericht is op bodembescherming.

In reactie op deze situatie heeft de Commissie in 2006 een thematische strategie vastgesteld die erop gericht is rekening te houden met het volledige scala van bedreigingen en ervoor te zorgen dat de bodems in de EU gezond blijven voor toekomstige generaties. De strategie behelst een gemeenschappelijke en alomvattende benadering van bodembescherming, toegespitst op bodemfuncties en gestructureerd langs drie lijnen: probleeminventarisatie, preventieve en operationele maatregelen voor elk van de 8 belangrijkste vastgestelde bedreigingen. Een belangrijke pijler van deze strategie is gericht onderzoek dat erop gericht is een duurzaam gebruik van de bodem te garanderen.

In het GCO-verslag wordt erop gewezen dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid een belangrijke rol moet spelen, onder andere door landbouwpraktijken aan te moedigen die de bodemvruchtbaarheid in stand houden. Een andere pijler van de thematische strategie voor de bodem is gericht onderzoek om de kennisbasis te ontwikkelen die ten grondslag ligt aan het beleid en die nodig is om het probleem aan te pakken: Biosoil, EcoFINDER, ENVASSO, geoland2, RAMsoil en vele andere projecten. De nadruk wordt met name gelegd op de identificatie van geschikte indicatoren voor de integriteit van de bodem. In het ENVASSO-project is bijvoorbeeld een reeks van 27 prioritaire indicatoren, met uitgangs- en drempelwaarden, geïdentificeerd die vrij gemakkelijk strikt kunnen worden gedefinieerd en toegepast om een Europawijde referentiebasis te vormen die kan worden gebruikt om de huidige en toekomstige toestand van de bodem te beoordelen.

Anderzijds wordt in het stappenplan om de Europese economie tegen 2050 in een duurzame economie om te vormen, de bodem aangemerkt als een essentiële natuurlijke hulpbron, met bijzondere aandacht voor voedselzekerheid en waterbeheer (zowel overstromingen als droogte).

In de thematische strategie van de Europese Commissie wordt gewezen op een duidelijk gebrek aan bewustzijn van het belang van de bodem en de noodzaak van bodembescherming, en wordt de nadruk gelegd op de noodzaak van maatregelen ter verbetering van de kennis en de uitwisseling van informatie over de beste praktijken om deze leemte op te vullen.

Werd er uiteindelijk een EU-verordening inzake bodembescherming tegen bodemverval vastgesteld?

Nee. Ongeveer vijf jaar na de vaststelling van deze Thematische strategie voor bodembescherming heeft de Europese Commissie een beleidsverslag gepubliceerd over de uitvoering van de strategie en lopende activiteiten (COM(2012) 46 ), maar aangezien het voorstel al bijna acht jaar in behandeling is zonder dat een gekwalificeerde meerderheid in de Raad zich voor het voorstel heeft uitgesproken, heeft de Commissie in april 2014 besloten het voorstel voor een kaderrichtlijn bodembescherming in te trekken1. Onder meer omdat een meerderheid van de lidstaten het voorstel steunt, voert een aantal landen aan dat bodemaantasting geen grensoverschrijdende gevolgen heeft en bodemwetgeving dus uitsluitend een nationale bevoegdheid moet zijn (het subsidiariteitsbeginsel). Het directoraat-generaal Milieu van de Europese Commissie heeft op 5 december 2016 in Brussel een EU-conferentie van belanghebbenden inzake bodem georganiseerd, met als doel de inventarisatie van bodemgerelateerde wetgeving op EU- en nationaal niveau en een gapanalyse2 te presenteren.

1 Zie:http://ec.europa.eu/environment/soil/process_en.htm
2http://ec.europa.eu/environment/soil/public_events_en.htm

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.