In dit plaatje wordt elk chromosoom weergegeven door een rechthoek. Vader heeft een donkerblauw en een lichtblauw chromosoom, terwijl moeder een roze en een rood chromosoom heeft. In dit geval kreeg het kind een lichtblauw chromosoom van pa en een rood chromosoom van ma. Het kind had ook het donkerblauwe en/of het roze kunnen krijgen.
Was het maar zo eenvoudig! Chromosomen worden bijna nooit in hun geheel doorgegeven. In plaats daarvan wisselen de ouder-chromosomen in elk paar DNA met elkaar uit bij de vorming van sperma- en eicellen. Dit proces wordt recombinatie genoemd.
Hier iets dat dichter bij de werkelijkheid staat:
In plaats van een volledig donkerblauw of lichtblauw chromosoom van vader te krijgen, kreeg het kind een mengeling van die twee. Hetzelfde geldt voor de moeder.
Dit is eigenlijk maar een van de vele mogelijke combinaties. Recombinatie kan op elke plaats langs een chromosoom plaatsvinden, wat tot oneindig veel kleurencombinaties leidt!
Bij eeneiige tweelingen (zoals jij en je zus), zouden hun chromosomenpatronen identiek moeten zijn, zoals dit:
De twee eeneiige tweelingen hebben precies hetzelfde paar chromosomen. Dit zal ook gelden voor de andere 22 paar chromosomen.
Nu, wanneer jij en je zus kinderen krijgen met jullie partners, zou het er als volgt uit kunnen zien:
Ik heb de chromosomen van jullie partners in het zwart gezet. Aangezien uw partners geen familie van elkaar zijn, hoeven we hun bijdrage niet in aanmerking te nemen, omdat we ons richten op het DNA van u en uw zussen om te bepalen hoe uw kinderen verwant zijn.
Wanneer u en uw zus eicellen leggen om uw DNA aan uw kinderen door te geven, zullen uw chromosomen op hun eigen, unieke manieren recombineren. Zoals u kunt zien, hebben uw kind en het kind van uw zus uiteindelijk soortgelijke, maar niet dezelfde chromosomen van elk van u.
U hebt waarschijnlijk de gebieden opgemerkt waar de twee chromosomen op één lijn liggen. Bijvoorbeeld, elk chromosoom heeft een lichtblauwe bovenkant. Hier zijn alle overeenkomsten:
Zoals u ziet, delen ze op elk chromosoom ongeveer de helft van hun DNA. Gemiddeld zal dit gelden voor elk chromosoom dat ze van jou en je zus hebben gekregen.
Het getal van 25% komt voort uit het feit dat de chromosomen die de kinderen van hun vaders krijgen, niet op deze manier op één lijn liggen, omdat de vaders niet verwant zijn. De helft van één chromosoom plus geen van de ander geeft ons 25% verwantschap.