De wereldberoemde auteur van de Indre en haar streek
George Sand, (1804-1876), wier echte naam Amandine Aurore Lucile Dupin was, was een vrouw die haar tijd ver vooruit was, wier werken en levensstijl zowel controversieel als fascinerend waren voor haar nationale en internationale publiek.
Zij tartte de conventies van die tijd door een pijp te roken en zich te verkleden, veranderde haar naam en verliet haar huwelijk om zich op het schrijven te concentreren. Zij had talrijke liefdesaffaires met vooraanstaande figuren uit die tijd, zoals de schrijver Prosper Merimée, de dichter Alfred de Musset, de componist Fredéric Chopin, enz. De schilder Eugène Delacroix maakte een portret van haar met Chopin.
Van Sand’s eerste soloroman, Indiana (1832), een verhaal over een naïeve, op liefde beluste vrouw die door haar veel oudere echtgenoot wordt misbruikt en door een egoïstische verleider wordt bedrogen, werd ze beroemd. Sand’s werk beïnvloedde o.a. Dostojevski, Tolstoj, Flaubert, en Proust. In 1842 schreef de Engelse criticus George Henry Lewes dat zij “de meest opmerkelijke schrijfster van de huidige eeuw” was.
George Sand werd geboren in Parijs en groeide op in het landhuis van haar grootmoeder. Zij kreeg haar opleiding in Nohant, het landgoed van haar grootmoeder, en aan het Couvent des Anglaises in Parijs (1817-20). In 1822 trouwde zij met de baron Casimir Dudevant, en schonk hem een zoon en een dochter. Ze erfde Nohant in 1821, maar vanwege haar ongelukkige huwelijk verliet ze haar familie in 1831 en keerde terug naar Parijs.
In 1831 begon Sand te schrijven voor Le Figaro, en in die tijd leerde ze verschillende dichters, kunstenaars, filosofen en politici kennen, en schreef ze een roman met haar minnaar Jules Sandeau, Rose et Blanche, onder het pseudoniem Jules Sand. De tweede roman, Indiana (1832), werd in haar eentje geschreven en trok onmiddellijk de aandacht. Het werd gevolgd door Valentine (1832), en Lelia (1833). Na het lezen van Indiana schreef de dichter Alfred de Musset een bewonderende brief aan Sand die het begin betekende van hun hartstochtelijke affaire. Op 33-jarige leeftijd begon ze een verhouding met Chopin.
Hun relatie eindigde in 1847 toen Sand begon te vermoeden dat de componist verliefd was geworden op haar dochter, Solange.
In haar vroege werken vertonen Sand’s geschriften de invloed van de schrijvers met wie ze in verband werd gebracht. In de jaren 1830 gaven verschillende kunstenaars gehoor aan de oproep van de Comte de Saint-Simon om het kwaad van de nieuwe industriële maatschappij te genezen, onder wie de componist Franz Listz en Sand die goede vrienden werden.
Vanaf de jaren 1840 vond Sand haar eigen stem in romans, die wortels hadden in de boerenopvoeding uit haar jeugd. De rest van haar leven was Sand verknocht aan het ideaal van het socialisme.
Nadat de revolutie van 1848 in Frankrijk mislukte, vestigde Sand zich in Nohant. Van 1864 tot 1867 woonde ze in Palaiseau, bij Versailles.
De rest van haar leven besteedde ze aan schrijven en reizen. “Werk is niet de straf van de mens. Het is zijn beloning en zijn kracht, zijn glorie en zijn plezier,” zei ze. Tijdens haar carrière speelde ze een belangrijke, zij het lang onderschatte rol in de evolutie van de roman.
In haar romans stelde Sand de kwestie van seksuele identiteit en transgender-kwesties aan de orde, een onderwerp dat vandaag de dag zeer actueel is. Sand zelf werd beschuldigd van lesbianisme en nymfomanie, deels vanwege affaires met bekende beroemdheden.
In haar autobiografie halverwege haar leven, Histoire de ma Vie (1854-55, Verhaal van mijn leven), verdringt Sand het conventionele onderscheid tussen man en vrouw, feit en fictie, en publiek en privé. “Het gemeenschappelijk leven van mensen die elkaar liefhebben is het ideaal van geluk”, zegt ze.
Tot Sand’s beste werken behoren haar plattelandsromans, waaronder La Mare au Diable(1846), waarin Germain, een jonge weduwnaar, moet kiezen tussen een rijke vrouw en een arm meisje. Ze schreef ook memoires, korte verhalen, essays en sprookjes.
Sand overleed op 8 juni 1876. Haar literaire reputatie begon na haar dood af te nemen, en in het begin van de 20e eeuw trok haar werk niet veel aandacht meer. “Ooit zal de wereld mij kennen en begrijpen,” schreef Sand eens aan haar critici. “Maar als die dag niet komt, maakt dat niet veel uit. Ik zal de weg hebben geopend voor andere vrouwen.”
Voor verdere lectuur: Familie romances: George Sand’s Early Novels door Kathryn J. Crecelius (1987); George Sand: A Brave Man, the Most Womanly Woman door Donna Dickenson (1988); George Sand door David Powell (1990);