Geschiedenis van de tulp
Tulpen (Latijnse naam: tulipa) komen oorspronkelijk uit Kazachstan. In de 16e eeuw werd een deel van Kazachstan veroverd door het Ottomaanse Rijk. De leider van het Ottomaanse Rijk was Sultan Suleyman de Eerste. De tulp werd ontdekt in de bergen van Kazachstan en men was zeer onder de indruk van de schoonheid ervan. Sommige tulpen werden naar het huidige Turkije gebracht en geplant in de tuinen van de machtigste mensen in het Ottomaanse Rijk. Constantinopel, nu Istanbul, was in de 16e eeuw een van de mooiste steden ter wereld en belangrijk voor zijn handel en cultuur. De stad had de mooiste tuinen waar veel mensen kwamen om de bloemen te bewonderen. Elk jaar als de tulpen in bloei stonden, werd er een groot feest gegeven door de sultan.
De tulp werd zeer populair en was een symbool van macht en rijkdom. Om dit tot uitdrukking te brengen droegen Ottomaanse sultans daarom een tulp op hun tulband. Omdat de tulp ook erg leek op de oorspronkelijke tulband is de naam tulp afgeleid van het Perzische woord ’tulipan’ wat tulband betekent.
Sultan Suleyman de Eerste gaf enkele tulpen aan belangrijke gasten, zoals Ogier Ghiselin de Busbecq, de Weense ambassadeur in het Ottomaanse Rijk. In Oostenrijk gaf de Busbecq zijn vriend Carolus Clusius enkele tulpen. Clusius beheerde in die tijd de tuinen van de keizer van Oostenrijk. In 1593 werd Clusius hoogleraar aan de Universiteit Leiden en hoofd van de Hortus Botanicus Leiden. In deze botanische tuin werden in 1593 de eerste tulpen in Nederland geplant. De tulpen waren erg schaars en daardoor erg duur. Clusius wilde zijn kennis niet verkopen of delen en gewoon doorgaan met zijn hobby. Helaas werd een deel van zijn prachtige collectie later gestolen.
In de 17e eeuw (1634-1637) barstte de tulpengekte (ook wel tulpenmanie genoemd) los. Er was veel vraag naar tulpen en ze werden steeds duurder. Het wordt algemeen beschouwd als de eerste geregistreerde speculatieve zeepbel. Een enkele tulpenbol had op een gegeven moment de waarde van een Amsterdams grachtenpand. Het kon niet goed blijven gaan en in 1637 stopte de tulpenrage net zo snel als hij begonnen was. Sommige mensen werden erg rijk, maar veel speculanten waren berooid.
De eerste tulpen hadden gevlamde bloemen, zoals geschilderd door Rembrandt van Rijn en vele andere beroemde Nederlandse schilders uit de 17e eeuw. Deze vlammen waren het gevolg van een virale infectie. De gevlamde tulpen van vandaag, zoals Helmar en Rem’s Favourite, zijn gezonde tulpen waarvan de vlam genetisch bepaald is.