Ondanks de enorme groei in geluksonderzoek in de afgelopen decennia, blijft er een gebrek aan consistentie in het gebruik van de termen geluk, tevredenheid, tevredenheid en welzijn. In dit artikel pleit ik voor een sociologisch gefundeerd onderscheid tussen geluk en tevredenheid dat het eerste definieert als positief affect en het tweede als positieve reflectie. Tevredenheid wordt daarom opgevat als een bevredigende relatie met het zelf en de samenleving (om de terminologie van G.H. Mead aan te halen) en geluk heeft betrekking op plezierige ervaringen. In de filosofie en de psychoanalyse wordt een soortgelijk onderscheid gemaakt, maar in veel van het hedendaagse discours wordt geen onderscheid gemaakt tussen individuele en collectieve definities van geluk. In dit artikel zal worden betoogd dat geluk en tevredenheid niet moeten worden behandeld als concurrerende benaderingen van het goede leven, maar als complementaire vormen van emotionele ervaring. Verder betoog ik dat de huidige belangstelling voor geluk in verband kan worden gebracht met grotere cultuurverschuivingen waarbij neoliberalisme en individualisme een rol spelen.