Lees over de grote tempel van Athena, beschermheilige van Athene, en de bewogen geschiedenis van het gebouw.
Iktinos en Kallikrates (beeldhouwprogramma onder leiding van Phidias), Parthenon, Athene, 447 – 432 v. Chr. Sprekers: Dr. Beth Harris en Dr. Steven Zucker.
Iris, uit het westelijke fronton van het Parthenon, ca. 438-432 v.C.E., marmer, 135 cm hoog, Athene, 447 – 432 v.C.E., marmer, 135 cm hoog, Athene, Griekenland © The British Museum
Athene en de democratie
Omstreeks 500 v.Chr. was in de stad Athene de ‘heerschappij van het volk’ of democratie opgekomen. Na de nederlaag van een Perzische invasie in 480-479 v. Chr. brak voor het Griekse vasteland en Athene in het bijzonder een gouden tijd aan. Op het gebied van toneel en filosofie, literatuur, kunst en architectuur was Athene ongeëvenaard. Het rijk van de stad strekte zich uit van de westelijke Middellandse Zee tot aan de Zwarte Zee en bracht enorme rijkdom. Hiermee kon een van de grootste openbare bouwprojecten ooit in Griekenland worden bekostigd, waaronder het Parthenon.
De tempel die bekend staat als het Parthenon werd tussen 447 en 438 v. Chr. op de Akropolis van Athene gebouwd. Het was onderdeel van een groot bouwprogramma onder leiding van de Atheense staatsman Perikles. In de tempel stond een kolossaal beeld dat Athena voorstelde, de beschermgodin van de stad. Het beeld, dat niet meer bestaat, was gemaakt van goud en ivoor en was het werk van de beroemde beeldhouwer Pheidias.
Sculpturen van het Parthenon
Het gebouw zelf was versierd met marmeren beelden die scènes uit de Atheense cultus en mythologie voorstelden. Er zijn drie categorieën van architectonisch beeldhouwwerk. Het fries (gebeeldhouwd in laag reliëf) liep hoog rond alle vier de zijden van het gebouw binnen de zuilengalerijen. De metopen (in hoog reliëf gebeeldhouwd) werden op dezelfde hoogte als het fries geplaatst boven de architraaf die de zuilen aan de buitenkant van de tempel bekroond. De frontonbeelden (in het rond gebeeldhouwd) vulden de driehoekige gevels aan elk uiteinde.
Hoewel het gebouw een aantal veranderingen zou ondergaan, bleef het tot in de zeventiende eeuw grotendeels intact. De eerste christenen veranderden de tempel in een kerk en voegden een apsis toe aan de oostkant. Het was waarschijnlijk in die tijd dat de beelden die de geboorte van Athena voorstelden uit het midden van het oostelijke fronton werden verwijderd en veel van de metopen werden beschadigd. Het Parthenon diende als kerk tot Athene veroverd werd door de Ottomaanse Turken in de vijftiende eeuw, toen het een moskee werd. In 1687, tijdens het Venetiaanse beleg van de Akropolis, gebruikten de verdedigende Turken het Parthenon als opslagplaats voor buskruit, dat door het Venetiaanse bombardement tot ontbranding werd gebracht. De explosie blies het hart van het gebouw uit, vernietigde het dak en delen van de muren en de zuilengalerij.
De Venetianen slaagden erin de Akropolis te veroveren, maar hielden haar minder dan een jaar in handen. Verdere schade werd aangericht bij een poging om beelden van het westelijke fronton te verwijderen, toen de hijswerktuigen braken en de beelden vielen en werden verbrijzeld. Veel van de beelden die in 1687 werden vernield, zijn nu alleen nog bekend van tekeningen uit 1674, gemaakt door een kunstenaar die waarschijnlijk geïdentificeerd kan worden als Jacques Carrey.
Marmeren metoop van het Parthenon
Marmeren metoop van het Parthenon, ca. 447-438 v.Chr, 172 cm hoog, Akropolis, Athene © Trustees of the British Museum
De gebeeldhouwde decoratie van het Parthenon omvatte tweeënnegentig metopen met scènes van mythische gevechten. De scènes op de zuidflank van de tempel omvatten een serie met menselijke Lapiths in een dodelijk gevecht met Centauren. De Centauren waren deels mens en deels paard, en hadden dus een beschaafde en een wilde kant in hun aard. De Lapithen, een naburige Griekse stam, maakten de fout de Centauren wijn te geven op het huwelijksfeest van hun koning, Peirithoos. De Centauren probeerden de vrouwen te verkrachten, waarbij hun leider Eurytion de bruid probeerde mee te nemen. Er volgde een algemene veldslag, waarbij de Lapiths uiteindelijk zegevierden.
Hier houdt een jonge Lapith met de ene hand een Centaur van achteren vast, terwijl hij zich met de andere hand opmaakt om een slag toe te brengen. De compositie is perfect in balans, met de protagonisten die in tegengestelde richtingen trekken, rond een centrale ruimte die wordt gevuld door de trapsgewijze plooien van de mantel van de Lapith.
Fragment van het fries
Ruiters van het westelijke fries van het Parthenon, ca. 438-432 v.Chr, 100 cm hoog, Akropolis, Athene © Trustees of the British Museum
Dit blok werd geplaatst bij de hoek van het westfries van het Parthenon, waar het naar het noorden afsloeg. De ruiters hebben zich met enige snelheid voortbewogen, maar houden zich nu in om niet van de rand van het fries af te rijden. De ruiter vooraan draait zich om naar zijn metgezel te kijken, en heft een hand (die nu ontbreekt) naar zijn hoofd. Dit gebaar, dat elders op de fries wordt herhaald, is misschien een signaal. Hoewel hier ruiters te paard te zien zijn, zijn op een groot deel van het westfries ruiters te zien die zich klaarmaken voor de eigenlijke ruiterstoet, te zien op de lange noord- en zuidzijde van de tempel.
Pedimentsculptuur
Figuren van drie godinnen van het oostelijke fronton van het Parthenon, ca. 438-432 v. Chr, 233 cm lang, Akropolis, Athene © Trustees of the British Museum
Het oostelijke fronton van het Parthenon toonde de geboorte van godin Athena uit het hoofd van haar vader Zeus. De beelden die het eigenlijke tafereel voorstelden zijn verloren gegaan. Zeus werd waarschijnlijk zittend afgebeeld, terwijl Athena volgroeid en gewapend van hem wegliep.
Alleen enkele van de figuren die aan weerszijden van de verloren gegane centrale groep stonden, zijn bewaard gebleven. Daartoe behoren deze drie godinnen, die rechts van het midden zaten. Van links naar rechts varieert hun houding om zich aan te passen aan de helling van het fronton dat hen oorspronkelijk omlijstte. Ze vallen op door hun naturalistische weergave van de anatomie, gecombineerd met een harmonieuze voorstelling van complexe draperieën.
De linker figuur staat op het punt op te staan en trekt haar rechtervoet in om zich op te richten. Rechts wiegt een andere figuur een metgezel die luxueus op haar schoot ligt. Misschien zijn zij, van links naar rechts, Hestia, godin van haard en huis, Dione, en haar dochter Aphrodite. Een andere suggestie is echter dat de twee figuren rechts de personificatie zijn van de Zee (Thalassa) in de schoot van de Aarde (Gaia).