Paddenstoelen zijn zeer opmerkelijke planten. Ze hebben geen wortels, geen stengels en geen bladeren. Ze groeien zo snel dat het lijkt alsof je ze kunt zien groeien.
Ze staan bekend als schimmels, wat betekent dat ze geen chlorofyl hebben om hun eigen voedsel te produceren.
Het deel van de paddenstoel dat je boven de grond ziet, is alleen het vruchtdragende deel van de schimmel. De rest van de plant ligt onder het oppervlak in de vorm van een massa dichte witte warrige draden. Deze draden worden mycelium of broed genoemd.
De myceliumdraden groeien uit kleine sporen die kleine stofachtige deeltjes zijn die van de volgroeide paddenstoel worden uitgestoten. Op deze draden ontluiken kleine witachtige weefseltoppen die zich naar boven toe uitbreiden en uiteindelijk uitbreken tot een parapluvorm
Onder de paraplu bevinden zich kleine, zich herhalende kieuwen die dicht op elkaar staan. Het is op deze kieuwen dat de kleine sporen worden ontwikkeld. De sporen vallen dan uit en worden door de wind meegevoerd.
Wanneer de sporen op voor groei geschikte oppervlakken vallen, ontwikkelen ze zich tot nieuwe planten.
Credit: Vertel me hoe?