Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van massaspectrometrie bij de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen. Massaspectrometrie wordt gekenmerkt door kleine monsterhoeveelheden en een uiterst lage aantoonbaarheidsgrens. Het is dus een micromethode en tegelijkertijd een procedure voor sporenanalyse. De massaspectrometrische gegevens kunnen worden voorbereid voor computerondersteunde evaluatie, dat wil zeggen dat zij kunnen worden gestandaardiseerd. De aantoonbaarheidsgrens, de identificatielimiet en de benodigde monsterhoeveelheden zijn belangrijk voor het analytisch gebruik van massaspectrometrie. De aantoonbaarheidsgrens (detectiegevoeligheid) is een indicatie van de ion-optische toestand van de massaspectrometer. Massaspectrometrie kan op een aantal manieren worden gebruikt bij de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen, waaronder (1) onderzoek naar de identiteit van farmaceutische stoffen; (2) onderzoek naar de zuiverheid van farmaceutische stoffen (sporenanalyse); (3) analyse van mengsels van farmaceutische stoffen; (4) kwantitatieve analyse, bijvoorbeeld in organisch materiaal (bloedplasma); en (5) structuuranalyse van natuurlijke stoffen, synthetische producten, omzettingsproducten van farmaceutische stoffen, en metabolieten van farmaceutische stoffen.
By adminLeave a Comment on Hoofdstuk 7 – HET GEBRUIK VAN MASSASPECTROMETRIE IN DE KWALITEITSBESTRIJDING VAN DRUGS