In de lusweergave is de koersafwijking van de T-lus duidelijk te zien. Bovendien wordt bij de lokalisatie van de ischemie het relevante gebied in het transparante hart als een zwarte structuur weergegeven. In de wereldbolweergave liggen de T-maximumvectoren buiten het referentiebereik (groen) en in plaats daarvan in basale richting. Bovendien zijn de T-maximumvectoren niet geconcentreerd, maar vertonen zij verstrooiing. De repolarisatie verloopt dus niet homogeen in elke hartslag. De volgende parameters zijn merkbaar: MD alfaTmax (beoordeelt de lengtegraad voor de Tmax-vector), MD betaTmax (beoordeelt de breedtegraad voor de Tmax-vector), Mean Sum TBAs beoordeelt het percentage van de T-lus dat zich in het basale gebied bevindt. Bij een hoge waarde ontbreekt de T-potentiaal apicaal. Deze parameters geven de veranderde ruimtelijke richting van de T maximum vectoren weer. SD phi is een verstrooiingsparameter, die de variabiliteit van de hoek tussen R- en T-maximumvectoren beoordeelt. Met de afwijking van de T-vectoren naar septaal anterior basaal, kan de lokalisatie van de ischemie worden geïllustreerd als een lateraal apicaal inferieur spiegelbeeld.