Een lange tijd geleden woonde er een persoon genaamd Geppetto. Hij was oud en woonde op zichzelf. Hij had geen eigen gezin.
Geppetto was een timmerman. Hij hield ervan om dingen van hout te maken. Op een dag bedacht hij om een pop van hout te maken. Hij zei: ‘Ik ga een jongetje maken en noem hem ‘Pinokkio.’
Eerst maakte Geppetto een paar houten benen en armen. Daarna maakte hij het lichaam, met handen en voeten. Tot slot maakte hij het hoofd van het jongetje. Geppetto maakte Pinocchio’s ogen, mond en neus. Daarna maakte hij de oren. Geppetto werkte dag en nacht aan zijn houten marionet. Hij zei tegen zichzelf: “Ik wou dat Pinokkio een echte jongen was.”
Een fee hoorde Geppetto’s wens. Ze besloot zijn wens in vervulling te laten gaan en de houten pop tot leven te wekken. Ze zei tegen Pinocchio: “Je moet beloven een goede en eerlijke jongen te worden.”
De volgende dag was Geppetto heel blij Pinokkio te horen praten. Hij hield erg veel van zijn houten zoon. Geppetto glimlachte. “Nu mag je naar school met alle andere kleine jongetjes.” Op school zag Pinokkio dat alle andere kinderen echte armen en benen hadden. Ze waren niet van hout. Hij was anders.
Pinokkio vond school niet leuk. Hij vond het niet leuk om zijn huiswerk te maken. Zijn leraar vroeg: “Waar is je huiswerk, Pinokkio?” Hij loog: “Een walvis heeft het opgegeten.” Elke keer als hij loog, werd zijn neus langer.
Pinocchio vond het niet leuk dat hij anders was dan de andere jongens. Op een dag was hij boos en duwde een andere jongen omver. Zijn leraar vroeg: “Heb je hem omver geduwd, Pinokkio?” Pinocchio loog, “Dat was ik niet.” Elke keer als hij loog, werd zijn neus langer.
Op een dag besloot Pinocchio zich voor z’n leraar te verstoppen. Hij verstopte zich in een grote speelgoeddoos, maar hij kon er niet meer uit. Hij schreeuwde: ‘Iemand, help me!’ De fee verscheen. “Waarom verstop je je, Pinokkio?” Pinokkio begon te liegen. Zijn houten neus werd langer en langer. Zijn neus werd zo lang als een boomtak.
De fee zei: “Waarom lieg je?” Pinokkio riep, “Het spijt me! | Ik beloof dat ik nooit meer zal liegen. De fee glimlachte. “Je kunt een leugen net zo makkelijk zien als je de neus op je gezicht kunt zien.”
De fee besloot Pinokkio nog een laatste keer te helpen. Ze liet hem vrij.
Pinocchio kwam uit de speelgoedkist. Zijn lerares vroeg: “Waarom verstopte je je in de speelgoedkist, Pinocchio?” Pinocchio vertelde de waarheid: “Ik hou er niet van anders te zijn.” De leraar glimlachte en zei: “We zijn allemaal verschillend van elkaar. Dat maakt de wereld een interessante plek om te leven.” Pinokkio besloot dat het niet zo erg was om anders te zijn. Hij begon met de andere kinderen te spelen.
Pinocchio ging naar huis, naar Geppetto. Pinocchio vertelde Geppetto over zijn nieuwe vrienden op school. De fee zag hoe Pinocchio veranderd was. Ze besloot hem in een echte jongen te veranderen. Pinocchio en Geppetto leefden nog lang en gelukkig.
Delen via: