Leguminosen spelen een zeer bijzondere rol in vruchtwisselingen, in de voeding van vee en in onze voeding. Ze omvatten belangrijke eiwitrijke gewassen zoals erwten en bonen, en voedergewassen zoals klaver en alfalfa. Peulgewassen bieden onderdak aan stikstofbindende bacteriën. Gewassen op basis van peulvruchten verbeteren de vruchtbaarheid van de bodem. Peulvruchten zijn daarom zeer relevant voor de uitdagingen en kansen waar de landbouw voor staat, met name het terugdringen van broeikasgasemissies, het vergroten van de biodiversiteit op landbouwgrond en het beschermen van bodem- en watervoorraden.
Voor meer informatie kunt u de website Legume Futures bezoeken.
Publicaties
Resultaten
De teelt van peulvruchten staat in Europa op een laag pitje. Stimuleringsbeleid en/of regelgeving van de overheid kunnen een rol spelen om dit te veranderen. In dit hoofdstuk worden zes van dergelijke beleidsmaatregelen onder de loep genomen. Het model CAPRI, een partieel-evenwichtsmodel voor de landbouwsector, wordt gebruikt om de effecten van dit beleid te simuleren en te vergelijken met wat er zou gebeuren als er geen beleidsmaatregelen zouden worden genomen. Vijf van deze beleidsscenario’s zijn gericht op zaaddragende leguminosen (peulvruchten en soja), en één op voederleguminosen (met name klaver). Drie van de beleidsmaatregelen zouden kunnen worden opgenomen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid, terwijl de andere drie meer algemeen van aard zijn: gerelateerd aan consumptie, internationale handel en beperking van de klimaatverandering. Het zijn de laatste twee die waarschijnlijk de grootste invloed zullen hebben op de teelt van zaaddragende leguminosen.