‘En dit …’ de makelaar pauzeerde voor dramatisch effect, ‘is de Master Bedroom!’
Bij het nadrukkelijk benadrukken van het woord ‘master’, strekte zijn rechterarm zich uit, bewegend in een vegende beweging als om grote ruimte aan te geven. Ik gluurde naar binnen. De kamer was compact. Er kon misschien net een tweepersoonsbed in staan met nachtkastjes aan weerszijden. Ik had moeite om zijn misplaatste enthousiasme te waarderen. Was dit het: de belangrijkste slaapkamer in de flat? Maar wat me meer irriteerde was zijn gebruik van automatisch jargon om de grootste slaapkamer de ‘master bedroom’ te noemen.
Tijdens mijn zoektocht naar een nieuwe flat, vond ik de term ‘master bedroom’ steeds vaker een alomtegenwoordig probleem.
Het woord ‘master’ komt van het Latijnse magister, wat chef, hoofd of directeur betekent. Historisch gezien werd meester gebruikt om een man in een gezaghebbende, disciplinaire positie aan te duiden: een schoolmeester of, de meer sinistere term, slavenmeester komt in gedachten. De term “ouderslaapkamer” dook voor het eerst op in het begin van de 20e eeuw om aan te geven dat de kamer gereserveerd was voor de meester van het huishouden, die bijna altijd een man was. Gezien de geschiedenis van het woord, dat doordrenkt is met een ongemakkelijke combinatie van hiërarchische, raciale en seksistische connotaties, past het toch niet meer in het hedendaagse lexicon?
Het zijn niet alleen de ongemakkelijke, zo niet onaanvaardbare, historische associaties die de term ‘master bedroom’ ongepast maken, het zijn ook de inherent mannelijke implicaties in de term die hem vandaag de dag in de maatschappij weerzinwekkend zouden moeten maken. Betekent het dat een vrouw geen slaapkamer kan hebben, laat staan een huis? Wil een alleenstaande, financieel onafhankelijke en zelfvoorzienende vrouw een huis met een ‘grote’ slaapkamer? Mijn generatie van millennials zal de meest financieel onafhankelijke generatie in de geschiedenis worden en waarom zouden wij, als we een huis willen huren of kopen, dan een grote slaapkamer willen? Betekent dit dat we geen eigendomsrecht kunnen claimen op een woning of kunnen huren zonder een man? Willen we een ‘minnares slaapkamer’? Nee … Denk maar aan de connotaties die dat met zich meebrengt! Zou iemand in een huis willen wonen waar een kamer wordt bewoond door een dominante man? De term ‘master’ moet naar kamer 101.
Op een minder politiek geladen toon: de hoofdslaapkamer omschrijven als ‘master bedroom’ voldoet niet aan de verwachtingen. De uitdrukking is bedoeld om een beeld op te roepen van een kamer van grandioze en weelderige proporties. De term “master suite” wordt gebruikt wanneer de kamer een aangrenzende badkamer heeft, en als het meezit een kast als “kleedkamer”. Geen van de flats die ik bezocht, voldeed aan die criteria. Van een flat waar de muur tussen de keuken en de slaapkamer niet veel meer was dan verstevigd karton, tot een flat waar ik lichtflarden door het uiteenvallende hout van de vensterruit kon zien komen, ontbrak het werkelijk aan privacy en comfort in de ‘ouderslaapkamer’. En toen ik een bijou-flat bekeek die ooit de zolder van een grootse Victoriaanse villa was, was de ouderslaapkamer de plaats waar vroeger de bedienden sliepen! De ironie was me niet ontgaan.
Waarom de schijn ophouden door vast te houden aan de term ‘master bedroom’? Om allerlei redenen, historisch, sociaal, taalkundig, wat dan ook, noem de slaapkamer wat het is: een slaapkamer! In 2013 begon een aantal makelaars in de hoofdstad van Amerika, Washington DC, de term ‘slaapkamer van de eigenaar’ te gebruiken. Wat ze deden voor huurwoningen weet ik niet, maar hoewel ik gewoonlijk geen voorstander ben van een veramerikanisering van de terminologie, waren ze op de goede weg. Slaapkamer één’ is goed, ‘slaapkamer van de eigenaar’ is prima, ‘hoofdslaapkamer’ is acceptabel, maar laten we ‘master bedroom’ alstublieft beperken tot de archaïsche gebieden van het verleden waar het thuishoort.