Diffuse toxische struma: Ziekte van Graves, de meest voorkomende oorzaak van hyperthyreoïdie (overactiviteit van de schildklier), met gegeneraliseerde diffuse overactiviteit (“toxiciteit”) van de gehele schildklier die vergroot wordt tot een struma.
Er zijn drie klinische componenten bij de ziekte van Graves:
- Hyperthyreoïdie (de aanwezigheid van te veel schildklierhormoon),
- Ophthalmopathie specifiek met exophthalmos (uitstulping van de oogbollen),
- Dermopathie met huidlaesies.
De oftalmopathie kan gevoeligheid voor licht en een gevoel van “zand in de ogen” veroorzaken. Bij verder uitpuilen van de ogen kunnen dubbelzien en gezichtsverlies optreden. De ophthalmopathie heeft de neiging te verergeren met roken. De dermopathie van de ziekte van Graves is een zeldzame, pijnloze, roodachtige bobbelige huiduitslag die van de ziekte van Graves een auto-immuunproces is. Het wordt veroorzaakt door schildklier-stimulerende antilichamen die zich binden aan de thyrotropinereceptor op schildkliercellen en deze activeren.
De ziekte van Graves kan in families voorkomen. De concordantiegraad voor de ziekte van Graves is ongeveer 20% bij monozygote (eeneiige) tweelingen, en veel lager bij dizygote (niet-identieke) tweelingen, wat erop wijst dat genen slechts een bescheiden bijdrage leveren aan de gevoeligheid voor de ziekte van Graves. Er is geen enkel gen bekend dat de ziekte veroorzaakt of noodzakelijk is voor de ontwikkeling ervan. Er zijn duidelijk vastgestelde associaties met bepaalde HLA-types. Koppelingsanalyse heeft genloci op chromosomen 14q31, 20q11.2, en Xq21 geïdentificeerd die in verband worden gebracht met vatbaarheid voor de ziekte van Graves.
Factoren die het ontstaan van de ziekte van Graves kunnen uitlokken zijn onder meer stress, roken, bestraling van de hals, geneesmiddelen (zoals interleukine-2 en interferon-alfa), en infectieuze organismen zoals virussen.
De diagnose van de ziekte van Graves wordt gesteld door een karakteristieke schildklierscan (die een diffuus verhoogde opname laat zien), de karakteristieke triade van oftalmopathie, dermopathie, en hyperthyreoïdie, of bloedonderzoek naar TSI (thyroid stimulating immunoglobulin) waarvan het niveau abnormaal hoog is.
De huidige behandelingen voor de hyperthyreoïdie van de ziekte van Graves bestaan uit antithyreoïdiemedicijnen, radioactief jodium, en chirurgie. Er is regionale variatie in welke van deze maatregelen de neiging om te worden gebruikt – bijvoorbeeld radioactief jodium heeft de voorkeur in Noord-Amerika en antithyreoïd medicijnen bijna overal elders. De operatie, subtotale thyroïdectomie, is ontworpen om het grootste deel van de overactieve schildklier te verwijderen.
De ziekte is vernoemd naar Robert Graves die in 1835 voor het eerst de associatie van struma, hartkloppingen en exophthalmos.
SLIDESHOW
Hartaandoening: Oorzaken van een hartaanval Zie diashow