Een Methodistische hervormingsbeweging begintEdit
De specifieke kwestie die uiteindelijk aanleiding zou geven tot de organisatie van de Methodist Protestant Church was er een van kerkbestuur en niet zozeer van leer. Ontevredenheid onder sommige Methodisten over de steeds exclusievere macht van de geestelijkheid, met name de bisschoppen, en de uitsluiting van leken uit de raden van de Kerk, waaronder de jaarlijkse (regionale) en Algemene (nationale) Conferenties.
OprichtingEdit
Als reactie op daadwerkelijke en dreigende uitwijzingen werd op 12 november 1828 in Baltimore een conventie gehouden, een eerste organisatie gevormd met de voorlopige naam “The Associated Methodist Churches”, tijdelijke statuten aangenomen, en de eerste Algemene Conferentie gepland voor 1830. De tussenliggende tijd werd gebruikt om plaatselijke kerken te vormen en in jaarlijkse (regionale) conferenties te organiseren. Veertien jaarlijkse conferenties werden vertegenwoordigd door honderdveertien afgevaardigden op de eerste Algemene Conferentie, die op 2 november 1830 tot de orde werd geroepen. De afgevaardigden namen de permanente naam “Methodist Protestant Church” aan om aan te geven dat zij verbonden was met de hervormingsbeweging. Zij namen een constitutie en een reglement aan dat de representatieve vorm weerspiegelde die de hervormers binnen de Methodist Episcopal Church hadden nagestreefd. In tegenstelling tot de Methodist Episcopal Church, verwierp de Methodist Protestant Church het gebruik van bisschoppen. In de MEC hadden de bisschoppen de macht om predikanten te benoemen voor plaatselijke kerken. De Methodist Protestant Church benoemde predikanten door een voorzitter van de conferentie. De conferentie bevestigde vervolgens de benoeming.
Methodistische herenigingEdit
Na de vorming van de Methodist Protestant Church was de Methodist Episcopal Church verder verbrokkeld geraakt door de overeenkomstige verdeeldheid van de natie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Na afloop van dat militaire conflict bleef de overeenkomstige verdeeldheid tussen de Methodist Episcopal Churches van het Noorden en het Zuiden bestaan. Hoewel de discussie over de hereniging langzaam vorderde, werden veel van de democratische hervormingen van het kerkbestuur die tot een afzonderlijke Methodist Protestant Church hadden geleid, aangenomen. Dientengevolge werd het herenigingsproces verbreed om alle drie de grote “stromingen” van het Amerikaanse Methodisme te omvatten, en dit resulteerde in de bijeenroeping van een Eenheidsconventie in 1939 met vertegenwoordigers van de Algemene en Jaarlijkse Conferenties van de drie afzonderlijke lichamen als afgevaardigden.
Sommige van de oorspronkelijke verschillen tussen de Methodist Protestant Church en de Methodist Episcopal Church bleven onopgelost. Bovendien hadden veel Methodist Protestants bezwaar tegen liberalisering van de kant van de Methodist Episcopal Church met betrekking tot de inspiratie en het gezag van de Schriften, de godheid van Christus en Wesley’s leringen over het werk van de Heilige Geest. Deze mening was de minderheid in de meeste Methodistische Protestantse Jaarlijkse Conferenties, met de Mississippi Conferentie als enige uitzondering. De Uniting Convention ging over tot de fusie, die The Methodist Church vormde, die in 1968 fuseerde met de Evangelical United Brethren om de United Methodist Church te vormen.