Hallo aan allen,
Dank je mietagosia voor het stellen van deze vraag. Ik bezoek dit forum al vele maanden en deze draad heeft me eindelijk overgehaald om me officieel bij jullie aan te sluiten. Ik heb deze vraag al vele malen beantwoord als onderdeel van mijn werk en ik ben blij dat ik mijn tweede taal (het medisch) met u kan delen. Ik zal proberen dit ingewikkelde onderwerp zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.
Het gaat over witte bloedcellen. Er zijn gewoonlijk vijf soorten witte bloedcellen die in de bloedstroom voorkomen. Bij een normale volwassene bestaat ongeveer drie vierde uit neutrofielen, ongeveer een vierde uit lymfocyten, en er zullen een paar van de andere drie (monocyten, eosinofielen en basofielen) zijn. Elk van deze celtypes heeft ook onrijpe (precursor) vormen die veel voorkomen in het beenmerg, maar zeldzaam zijn in de bloedstroom. De “blast” waarnaar u verwijst is een zeer onrijpe witte bloedcel en wordt gewoonlijk alleen in het beenmerg gezien.
Sommige geautomatiseerde bloedcelanalysatoren kunnen de relatieve grootte van de cellen bepalen en zijn alleen in staat neutrofielen en lymfocyten te identificeren. Deze analyzers groeperen alles wat geen neutrofiel of lymfocyt is in een categorie die “MID” betekent, maar ik noem het “ergens in het midden” omdat deze cellen qua grootte tussen neutrofielen en lymfocyten in liggen.
Mijn gok is dat u deze uitdrukking wel eens op een labrapport heeft gezien. Het is bedoeld om de artsen te laten weten welke soorten cellen mogelijk in de “midden” categorie zitten. Meestal nemen de artsen genoegen met deze basisinformatie. Als hij/zij specifiek wil weten wat voor soort cellen het zijn, zal iemand zoals ik het bloed door een microscoop bekijken om ze te identificeren.
Tussen haakjes, er zijn ook analyzers die alle vijf basis witte bloedcel typen kunnen onderscheiden, waardoor de “midden” categorie volledig overbodig wordt.
Hoop dat ik een beetje heb geholpen
~ Laura