De motivatietheorieën zijn in de loop der tijd geëvolueerd, omdat de beperkingen van elke nieuwe theorie duidelijk werden en er nieuwe theorieën werden voorgesteld om de oude te verbeteren. Omdat elke theorie op zichzelf zinvol is, is het verhelderend om hun tekortkomingen te begrijpen, vooral omdat het intuïtief kan voelen om deze op uw leerlingen toe te passen zonder zich van deze beperkingen bewust te zijn.
Gedragsmodellen gingen ervan uit dat gedrag positief werd versterkt door beloningen en negatief door straffen, wat helpt verklaren hoe mensen of dieren extrinsiek kunnen worden gemotiveerd. Bijvoorbeeld, beloningen zoals prijzen kunnen studenten motiveren om te studeren, terwijl straffen zoals het verliezen van privileges studenten ook kunnen motiveren om te studeren.
-> Wat ontbreekt er? Cognitie.
Cognitieve modellen stellen dat bekrachtiging wordt bemiddeld door cognitie (verwachtingen, overtuigingen, voorkennis en huidige ervaring). Beloningen en straffen hebben weliswaar invloed op leerlingen, maar zij hebben verschillende effecten, gezien onze verschillende denkwijzen. Bijvoorbeeld, een student die gelooft dat hij de beste moet zijn in een klas kan een B op een examen als een straf zien, terwijl een ander heel blij kan zijn met dit cijfer en het als een beloning kan zien.
-> Wat ontbreekt er? Behoeften.