Mensen met apraxie en dysarthrie hebben het moeilijk wanneer hun hersenen niet effectief communiceren met de spieren van de mond, longen en keel voor spraakproductie. Dit kan een ontwikkelingsstoornis zijn of het gevolg zijn van een traumatische verwonding. Mensen met deze stoornissen weten over het algemeen wel wat ze willen zeggen, maar kunnen het er niet goed uit laten komen. Waarneembare symptomen omvatten, maar zijn niet beperkt tot: onverstaanbare spraak, onvermogen om woorden of zinnen correct uit te spreken, en onvoldoende ademsteun voor de spraakproductie.

Verworven Apraxie van Spraak

Verworven Apraxie van Spraak verwijst naar het verlies of de verslechtering van de spraakvaardigheden die iemand ooit had. Het wordt veroorzaakt door schade aan de spraakcentra van de hersenen als gevolg van een beroerte, traumatisch hersenletsel, tumoren of andere neurologische aandoeningen. Het komt vaak samen voor met afasie en kan samen voorkomen met dysartrie.

Spraakapraxie bij kinderen

Spraakapraxie bij kinderen (CAS) staat ook bekend als ontwikkelingsapraxie. De symptomen worden merkbaar als het kind leert spreken. CAS kan worden veroorzaakt door neurologische of genetische aandoeningen, maar meestal is de oorzaak niet bekend. Kinderen met CAS hebben vaak andere spraak-, taal- en/of motorische problemen, zoals een beperkte woordenschat, problemen met leren lezen of onhandigheid.

Symptomen van Apraxie van Spraak

De symptomen van apraxie kunnen heel mild zijn, met slechts af en toe problemen met het produceren van lange woorden of reeksen woorden. Ze kunnen ook zo ernstig zijn dat de persoon niet vrijwillig enig geluid kan voortbrengen. Mensen met apraxie kunnen moeite hebben met de opeenvolging van klanken in woorden (bv. batle voor tafel) of ze kunnen de verkeerde klanken produceren (bv. dadle voor tafel). Ze kunnen gefrustreerd raken omdat ze zich meestal bewust zijn van hun fouten en herhaaldelijk proberen hun fouten te verbeteren; vaak hoe harder ze proberen, hoe meer fouten ze maken.

Symptomen omvatten:
  • Inconsistente foutpatronen (bv, het doelwoord klinkt anders bij elke poging om het woord te zeggen)
  • Meer fouten bij langere woorden en woorden met complexere klankpatronen
  • Moeite met imiteren van klanken of woorden
  • Kunnen mondbewegingen produceren zonder erbij na te denken (bijv, de tong gebruiken om een stukje voedsel van de lip te likken), maar kan diezelfde bewegingen niet maken als het hem wordt opgedragen
  • Mag in staat zijn automatische spraak te produceren, zoals tellen, dagen van de week noemen, of zeer bekende liedjes zingen
  • Grapen (trial-and-error bewegingen van de mond) kan optreden als de persoon probeert zijn mond in de juiste positie te krijgen om een woord of geluid te zeggen
  • Normaal tempo, ritme, of intonatiepatroon van de spraak

Assessing and Treating Apraxia of Speech

De spraak-taalpatholoog (SLP) zal verschillende tests uitvoeren om te kijken naar de motorische spraakvaardigheid van de cliënt. Zij kan kijken naar zijn vermogen om mondbewegingen, klanken, woorden en zinnen na te doen, of om ze zonder model uit te spreken. De SLP zal ook andere spraak- en taaltests uitvoeren om andere soorten stoornissen uit te sluiten. Ze zal vragen naar de medische voorgeschiedenis voor cliënten met verworven apraxie, en naar de ontwikkelings- en familiegeschiedenis voor kinderen met vermoedelijke CAS.

Therapie zal verschillende activiteiten omvatten om te werken aan de motorische planning van spraakbewegingen. Cliënten kunnen klanken, woorden en zinnen op verschillende manieren oefenen, waarbij ze vaak van kortere/eenvoudigere naar langere/meer complexe doelen gaan om de volgorde en coördinatie van bewegingen te oefenen. De SLP kan verschillende soorten aanwijzingen geven om de cliënt te helpen de doelen correct uit te spreken, en feedback geven aan de cliënt over hoe goed hij het doet. Ritme (klappen of tikken tijdens het spreken of zingen) of een langzaam spreektempo kunnen worden gebruikt om het spreken te vergemakkelijken. De cliënt zal deze spraakoefeningen meestal thuis moeten oefenen. Als de apraxie zeer ernstig is, kan de SLP kijken naar het gebruik van een augmentatieve of alternatieve communicatiemethode.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.