We weten allemaal dat pinguïns blije voeten hebben – maar wetenschappers denken nu het geheim te hebben ontdekt van hoe pinguïns de lucht in kunnen vliegen.
De dieren kunnen hun vleugels niet gebruiken om te vliegen zoals andere vogels, maar dat weerhoudt hen er niet van om in de lucht te springen om aan gevaar te ontsnappen.
Deskundigen hebben ontdekt dat ze in staat zijn om hun lichaam in een mantel van luchtbellen te wikkelen, die hen helpen om snel uit het water te vliegen.
De veren van pinguïns verzamelen kleine belletjes als ze zwemmen, waardoor een luchtlaag rond het dier ontstaat die ervoor zorgt dat ze snel genoeg kunnen zwemmen om de zee uit te vliegen en de lucht in te gaan!
(C) British Broadcasting Corporation
Wetenschappers gebruiken dezelfde techniek bij het ontwerpen van torpedo’s en boten, maar beseften niet dat pinguïns hetzelfde idee gebruikten!
Kleinere pinguïns zoals de Adélie kunnen tot 2 à 3 meter ver springen, maar grotere soorten zoals de Keizerspinguïn kunnen zich maar tot 45 cm ver voortbewegen.
Wetenschappers denken dat zonder de luchtbellen, de dieren grote problemen zouden hebben om uit het water te komen vanwege hun kleine lichamen en grote vleugels.
Deskundigen denken dat de speciale gave van de dieren van cruciaal belang is om hen veilig te houden voor roofdieren.