Diabetes mellitus (DM) is een chronische ziekte die wordt gekenmerkt door nuchtere hyperglykemie (>125 mg/dL). Bloedglucosewaarden die hoger zijn dan normaal, maar niet voldoen aan de diagnostische criteria voor DM, verhogen het risico op het ontwikkelen van de ziekte. De American Diabetes Association (ADA) noemt deze tussentoestand “verminderde nuchtere glykemie” (AGA), die oorspronkelijk werd bepaald door een bloedglucosespiegel van 110-125 mg/dL, maar in 2003 werd deze drempel verlaagd tot 100 mg/dL. Deze verlaging van de AGA-drempel heeft tot veel discussie geleid, deels omdat het lagere nuchtere bloedglucosegehalte niet hetzelfde risico oplevert als het criterium voor het hogere niveau. Begin 1998 werd echter een rapport gepubliceerd over het 3-voudig verhoogde risico op DM bij een lagere AGA. In feite vond dezelfde studie een risicogradiënt zelfs onder degenen met normale nuchtere bloedglucose <100 mg/dL maar hield geen rekening met andere belangrijke DM-risicofactoren.
Meer recent bleek uit een Israëlische studie die gecorrigeerd was voor bepaalde risicofactoren (familiegeschiedenis van DM, roken, hypertensie, lichamelijke activiteit, triglyceridemie en de verhouding tussen HDL en LDL-cholesterol) dat de nuchtere bloedglucosespiegel het risico op DM significant verhoogde bij mannen van 26-45 jaar met <100 mg/dL. In een onderzoek met een steekproef uit de gemeenschap ontdekten de auteurs dat na controle voor andere risicofactoren, nuchtere bloedglucose onafhankelijk het risico op DM verhoogt bij mensen van beide geslachten en alle leeftijden met AGA. De auteurs melden of deze associatie wordt waargenomen bij de andere personen in dezelfde groep, maar met normale glykemieën.