Sat, 10.21.1600
Double Dutch, historisch plezier en grote oefening
Een overzicht van Double Dutch wordt gevierd op het register van deze datum. Evoluerend uit Afrika, is Double Dutch historisch gezien een springtouw spel dat oorspronkelijk gespeeld werd door zwarte kinderen (voornamelijk meisjes) in landelijke en stedelijke gebieden in Amerika.
Het eerste concrete bewijs van springtouw activiteit is te zien op middeleeuwse schilderijen waar kinderen hoepels rollen en touwtje springen door de geplaveide straten van Europa. Hoewel de precieze oorsprong van springtouwactiviteit onduidelijk is, observeerden vroege ontdekkingsreizigers tijdens hun expedities aboriginals die sprongen met flexibele bamboe en lianen als een vorm van spel.
Touwtje springen kan worden teruggevoerd tot 1600 na Christus toen de Egyptenaren lianen gebruikten om te springen. Op een gegeven moment werd touwtjespringen alleen gezien als een spel voor kleine meisjes die rijmpjes zongen tijdens het springen en werd het vanuit het perspectief van jongens traditioneel gezien als een meisjesspel.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Double Dutch aangetroffen op de trottoirs van New York City, waar moeders en buren veilig toezicht konden houden op de kinderen. De meisjes gebruikten waslijntouw. Tegen het einde van de jaren 1950, hadden een aantal gemeentelijke en maatschappelijke factoren het spel bijna uitgestorven gemaakt. Nooit uitgestorven, Double Dutch is terug op de straten en is verhuisd naar de internationale concurrentie in de laatste kwart eeuw. In principe springen de spelers over een touw.
Als kinderen alleen spelen, nemen ze een uiteinde van het touw in elke hand en zwaaien het over en onder hun lichaam, waarbij ze springen als het onder de voeten doorgaat. Met ten minste drie kinderen gaat het spel een beetje anders. Twee kinderen houden de uiteinden van het touw vast en draaien het terwijl het derde kind over het midden springt. De touwdraaiers moeten ver genoeg uit elkaar staan, zodat het touw over het hoofd van de springer gaat, maar nog net de grond raakt als het onder de voeten doorgaat. Als er meer dan drie personen aan het spelen zijn, verliest de springer haar beurt als ze het touw tussen haar voeten raakt of als ze een bepaald aantal keren het touw heeft omgegooid. Als het touw nog steeds draait als ze aan de beurt is, springt ze eruit en de volgende speler springt erin.
Ervaren springers kunnen het spel uitdagender maken door op één voet te springen, met een bal te stuiteren, een steen op te rapen en neer te leggen tussen de sprongen door, of hoog genoeg te springen om het touw twee keer te passeren voor ze landen. Ze kunnen ook stijlen en trucs toevoegen, zoals pop-ups, mamba’s, en rond de wereld. Naast het plezier en het spel, Double Dutch is geweldige oefening.