De geschiedenis van piercing gaat minstens zo ver terug als die van de oudste menselijke mummie, en heeft onderweg vele vreemde maar vaak mooie wendingen genomen.
Piercing van het lichaam heeft door tijd en cultuur heen bestaan.
De kans is groot dat, zelfs als je zelf geen enkele piercing op je lichaam hebt, je iemand kent die dat wel heeft. Het is een veelgebruikte schoonheidstechniek en zelfs een vorm van zelfexpressie, maar waar komt het vandaan? Wie besloot als eerste om gaatjes in hun lichaam te prikken, en waarom deden ze het?
Laten we 5.300 jaar geleden beginnen, met de oudste gemummificeerde persoon die tot nu toe is gevonden, en kijken wat hij en zijn nakomelingen ons kunnen vertellen…
Oorpiercings
Ötzi – de 5.300 jaar oude mummie – bleek piercings in zijn oren te hebben gehad. Beeld Bron: Wikipedia
Toen het lichaam van Ötzi – de oudste mummie ooit gevonden – in 1991 door twee toeristen werd ontdekt op de grens tussen Oostenrijk en Italië, bleek hij gaatjes in zijn oren te hebben met een diameter van 7-11 mm. Aangenomen wordt dat Ötzi rond 3.300 v. Chr. leefde, dus het is duidelijk dat het zetten van gaatjes in de oren een relatief constant en belangrijk onderdeel van onze cultuur is geweest, bijna sinds het begin van de mensheid.
Wanneer we bijna 2.000 jaar verder reizen naar het tijdperk van Koning Toet Toet, blijkt dat de trend nog steeds doorging, met de jongenskoning (wiens regeerperiode duurde van 1332-1323 v. Chr.) die ook bewijzen vertoonde van het dragen van oorbellen, samen met vele andere Oude Egyptenaren.
Nog eens 1300 jaar verder in de toekomst (en een beetje verder naar het westen), bleven oorbellen heersen als een (grotendeels mannelijk) stijlaccessoire in het Oude Rome, met Julius Caesar zelf die ze in de mode bracht tijdens zijn regeerperiode van 49-44 v. Chr. En tijdens het Elizabethaanse tijdperk aan het eind van de 16e eeuw in Groot-Brittannië had iedere man van adel ten minste één oorpiercing om te pronken met zijn rijkdom.
Het waren niet alleen de rijken en machtigen die gaatjes in hun oren lieten zetten, en het was ook niet altijd puur decoratief: Zeelieden uit vele verschillende tijdperken boorden vaak gaatjes in hun oren, in de wetenschap dat als ze op zee zouden omkomen, de oorbel die op hun lichaam werd teruggevonden een begrafenis kon betalen.
De gangbare wijsheid zei een tijdlang dat demonen via het oor het lichaam zouden binnendringen, en metaal wapende tegen hen. Beeld Bron: WordPress
Ondanks de manier waarop oorbellen door de eeuwen heen zouden worden gepronkt, begon de praktijk bij primitieve stammen om bijgelovige redenen. Men geloofde dat demonen het lichaam konden binnendringen via de oren, maar dat zij werden afgestoten door metaal: Zo waren oorbellen een bescherming tegen bezetenheid.