Abstract

OBJECTIEVEN–Het doel van dit onderzoek was om de glomerulaire en tubulaire effecten van lage doses (15 mg) methotrexaat te bestuderen bij patiënten met reumatoïde artritis met en zonder gecombineerde behandeling met aspirine (2 g enkele dosis). METHODEN–De nierfunctie werd gemeten aan de hand van de plasmaklaring van met chroom-51 gelabeld EDTA (51Cr-EDTA) en met technetium-99m gelabeld mercaptoacetyltriglycine (99mTc-MAG-3). RESULTATEN–De doorlaatbaarheid van 51Cr-EDTA werd verlaagd van 98 (6) tot 87 (5) ml/min (gemiddelde (SEM)) voor patiënten die alleen methotrexaat kregen en verder verlaagd tot 76 (5) ml/min voor patiënten die methotrexaat en aspirine kregen. Dit effect was omkeerbaar omdat 51Cr-EDTA toenam tot 85 (6) ml/min tijdens voortgezette behandeling met alleen methotrexaat. De klaring van 99mTc-MAG-3 daalde ook van 366 (18) tot 315 (17) ml/min bij patiënten die alleen methotrexaat kregen en verder tot 295 (17) ml/min tijdens de behandeling met aspirine en methotrexaat. Voortzetting van de behandeling met alleen methotrexaat resulteerde in een verdere daling van de 99mTc-MAG-3 klaring tot 253 (17) ml/min. CONCLUSIES–De studie toont aan dat behandeling met lage doses methotrexaat, vooral in combinatie met aspirine, de glomerulaire en tubulaire functie beïnvloedt. Deze effecten kunnen van klinisch belang zijn en de nierfunctie moet daarom worden gecontroleerd met gevoeligere methoden dan serumcreatinine, omdat deze veranderingen mogelijk niet weerspiegelen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.