Het moet worden benadrukt dat de militaire operaties op Pools grondgebied in november 1918 niet eindigden, maar werden gevolgd door een grensstrijd in de nieuwe staat, die de volgende drie jaar voortduurde. De gevechten vonden plaats in vele gebieden: Oost-Galicië (oorlog met de Oekraïners, oktober 1918 tot juli 1919), Groot-Polen (anti-Duitse opstand, december 1918 tot februari 1919), Opper-Silezië (drie anti-Duitse opstanden, 1919-1921), de inval in de regio Vilnius (oktober 1920), en de oorlog met Sovjet-Rusland (tot maart 1921). Vanuit Pools perspectief moet de Eerste Wereldoorlog worden behandeld samen met de hierboven genoemde grensstrijd, die pas eindigde met de ondertekening van het Pools-Sovjet Vredesverdrag in Riga op 18 maart 1921. In de daaropvolgende jaren bleef Polen geïsoleerd in de regio en de betrekkingen met de meeste van zijn buren, met uitzondering van Roemenië en Letland, bleven koel of absoluut bevroren, vol van ofwel verdenking en wantrouwen of slechts licht verholen vijandigheid.
Conclusie
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog kon geen Pool zelfs maar vermoeden dat de oorlog zo’n gunstig verloop zou nemen voor de Polen. Als gevolg van dit conflict stortten de drie machten die Polen aan het eind van de 18e eeuw hadden verdeeld, ineen, vielen uiteen en hielden op te bestaan. Dit maakte de weg vrij voor een volledig onafhankelijk en verenigd Polen. In de zomer van 1914 kon men alleen maar dromen van een autonoom en verenigd Polen binnen Rusland of Oostenrijk-Hongarije. De zegevierende mogendheden schreven echter op hun normen postulaten als republicanisme en democratie, en beschouwden nationale zelfbeschikking en soevereiniteit als fundamenteel voor een nieuwe naoorlogse orde. In de laatste twee jaar van het conflict verbraken de Polen de meeste bindingen die hen met de Centrale Mogendheden verbonden en kwamen zij als partner tot de zegevierende coalitie. Anderzijds bleek de oorlog zeer destructief te zijn voor de Polen en hun land.
Piotr Szlanta, Universiteit van Warschau
Sectie-redacteuren: Ruth Leiserowitz; Theodore Weeks