Uiterlijk

Het uiterlijk van de poolvos varieert met de seizoenen. Tijdens de winter hebben ze een dikke witte vacht die helemaal wit is. In de zomer verandert deze vacht en wordt het grootste deel van het lichaam bruin. Flarden wit zijn nog steeds aanwezig over het lichaam.

Deze aanpassing dient twee doelen. Enerzijds om ze te helpen tegen de hitte en anderzijds om ze te helpen op te gaan in hun omgeving. Op de poten van deze soort zit bont zodat ze op het koude ijs kunnen lopen.

Ze hebben een klein, compact lichaam dat hen helpt om niet zoveel warmte te verliezen aan de wereld om hen heen. Hun korte poten, oren en snuit helpen ook daarbij.

Een mannetje wordt gemiddeld 55 cm lang, terwijl een vrouwtje 52 cm meet van de kop tot aan de staartbasis. De staart voegt bij beide soorten 30 cm aan de lengte toe. Op de schouder is een poolvos 25-30 cm hoog. Mannetjes wegen 3.5kg en vrouwtjes 2.9kg.

Dieet

Deze soort is een omnivoor. Ze voeden zich met lemmingen, sneeuwhazen, vogels, eieren, zaden, bessen, aas, pups van ringelrobben, vis, woelmuizen en zeevogels. Af en toe volgen ze een ijsbeer bij het zoeken naar een prooi en eten de restjes van diens maaltijd.

Wereldgebied

poolvossen hebben een gevarieerd verspreidingsgebied in Noord-Amerika, Europa en Azië. Hij komt voor in Rusland, Groenland, Fennoscandië, Spitsbergen, Jan Mayen, Alaska, Canada en IJsland, waar hij het enige inheemse landzoogdier is.

Habitat

Het overgrote deel van de poolvossenpopulatie leeft in toendra’s en op pakijs. In Canada en Alaska leven sommigen in de boreale bossen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.