22) PTH, calcitriol en calcitonine zijn a) De belangrijkste regulatoren van magnesium in het bloed b) De belangrijkste regulatoren van fosfaat in het bloed c) De belangrijkste regulatoren van calcium in het bloed d) De belangrijkste regulatoren van NaCl in het bloed e) Geen van deze keuzen Antwoord: c Moeilijkheid: Gemiddeld Leerdoel 1: 27.2 Vergelijk de functies van geselecteerde elektrolyten en hun voorkomen in de drie belangrijkste vloeistofcompartimenten. Leerdoel 2: 27.2.2 Bespreek de functies van natrium-, chloride-, kalium-, bicarbonaat-, calcium-, fosfaat- en magnesiumionen, en leg uit hoe hun concentraties worden geregeld. Sectie Referentie 1: 27.2 Elektrolyten in lichaamsvloeistoffen 23) Het meeste fosfaat in een lichaam is aanwezig als Moeilijkheidsgraad: Gemiddeld Leerdoel 1: 27.2 Vergelijk de functies van geselecteerde elektrolyten en hun voorkomen in de drie belangrijkste vloeistofcompartimenten. Leerdoel 2: 27.2.2 De functies van natrium-, chloride-, kalium-, bicarbonaat-, calcium-, fosfaat- en magnesiumionen bespreken, en uitleggen hoe hun concentraties worden geregeld. Paragraaf Referentie 1: 27.2 Elektrolyten in lichaamsvloeistoffen 24) Buffersystemen, het uitademen van koolstofdioxide en uitscheiding door de nieren zijn allemaal

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.