Pyelonefritis, infectie en ontsteking van het nierweefsel en het nierbekken (de holte die wordt gevormd door de uitzetting van het bovenste uiteinde van de urineleider, de buis die de urine naar de blaas transporteert). De infectie is meestal bacterieel. De meest voorkomende vorm van nieraandoening, pyelonefritis kan chronisch of acuut zijn.
Acute pyelonefritis tast meestal één specifiek gebied van de nier aan, waarbij de rest van de nierstructuur onaangeroerd blijft. In veel gevallen ontwikkelt pyelonefritis zich zonder duidelijke voorafgaande oorzaak. Elke belemmering van de bloed- of urinestroom kan de nieren echter vatbaarder maken voor infecties, en men denkt dat het bevuilen van de urineopening de incidentie van de ziekte bij zuigelingen verhoogt (de urinebuis is het kanaal waardoor de urine van de blaas naar buiten wordt geleid). Vrouwen kunnen verwondingen oplopen aan de urinewegen tijdens geslachtsgemeenschap of zwangerschap, en katheterisatie (mechanisch afvoeren van urine) kan infectie veroorzaken.
In acute pyelonefritis kan de bekleding van de nierstructuren waarin de urine wordt afgevoerd, het nierbekken en de kelken, ontstoken zijn. Er kunnen zich abcessen in het nierweefsel vormen en sommige van de nefronbuisjes (urineproducerende structuren) kunnen vernietigd zijn. Medische behandeling vermindert de infectie in een periode van één tot drie weken. Tijdens de genezing vormt zich littekenweefsel op de plaats van de infectie, maar meestal is er voldoende gezond weefsel om de nierfuncties relatief normaal te houden. De symptomen van acute pyelonefritis zijn meestal koorts, koude rillingen, pijn in de onderrug en op de flanken, blaasontsteking, gevoeligheid in de nierstreek, witte bloedcellen in de urine en een hoog aantal bacteriën in de urine. De behandeling vereist meestal onderdrukking van de bacteriegroei door middel van antibiotica.
Chronische pyelonefritis ontstaat door bacteriële infecties in de nieren over een periode van jaren. Elke episode van infectie kan onopgemerkt voorbijgaan, maar kan steeds meer weefsel vernietigen totdat de hoeveelheid functioneel nierweefsel veel minder is dan het littekenweefsel dat zich heeft gevormd. Als er slechts één nier betrokken is of als de aangetaste gebieden beperkt zijn, kan met een operatie een deel van het functioneren worden hersteld. Actieve infecties worden behandeld met antibacteriële geneesmiddelen. Vaak is er al sprake van wijdverbreide en permanente vernietiging van het nierweefsel tegen de tijd dat de ziekte wordt ontdekt. De dood kan het gevolg zijn van urinevergiftiging (uremie), ernstige lopende infecties, of hart- en vaataandoeningen die door de nieraandoening worden veroorzaakt. Het gebruik van kunstniermachines of een niertransplantatie kan soms het leven verlengen.