De verklaringen van blanken uit de middenklasse voor raciale gezondheidsongelijkheden kunnen een diepgaande invloed hebben op het soort vragen dat in epidemiologisch en volksgezondheidsonderzoek aan bod komt. Deze verklaringen vormen ook een subgroep van de blanke rassenideologie (d.w.z. racisme) die op zichzelf de gezondheid van niet-blanken sterk beïnvloedt. Deze studie onderzoekt de aard van de attributies voor raciale ongelijkheden in gezondheid bij universiteitsstudenten die per definitie waarschijnlijk betrokken zijn bij de onderzoeks-, beleids- en dienstverlenende beroepen (de hogere middenklasse). Onderzoek naar de mate waarin blanken uit de middenklasse raciale ongelijkheden in cardiovasculaire gezondheid (tussen henzelf en Afro-Amerikanen, Amerikaanse Indianen of Aziatische Amerikanen) toeschrijven aan biologische, sociale of leefstijlfactoren, toont aan dat blanken geneigd zijn hun eigen gezondheid eerder toe te schrijven aan de keuze van hun leefstijl en aan de biologie dan aan sociale factoren. Deze resultaten suggereren dat de “eigenbelang”-verklaringen van hedendaagse blanken uit de middenklasse voor raciale ongelijkheid in gezondheid bestaan uit twee overtuigingen: impliciet biologisme (ras is een eigenschap van organismen in plaats van een sociale relatie) en liberaal geloof in zelfbeschikking, keuze en individuele verantwoordelijkheid – enkele van de belangrijkste lekenovertuigingen van het wereldbeeld dat het neoliberale kapitalisme in stand houdt. Hedendaagse verklaringen van de blanke middenklasse voor raciale ongelijkheid op het gebied van gezondheid lijken aannames te omvatten die klasse-ongelijkheid rechtvaardigen. Liberale benaderingen van racisme in de volksgezondheid missen onvermijdelijk een sleutelcomponent van de rassenideologie die momenteel wordt gebruikt om raciale en klassenongelijkheden te rechtvaardigen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.