Richtlijnen voor ouder-kindcommunicatie

Goede communicatie is een belangrijke opvoedingsvaardigheid. Ouderschap kan prettiger zijn als er een positieve ouder-kindrelatie is. Of u nu een peuter of een tiener opvoedt, goede communicatie is de sleutel tot het opbouwen van zelfvertrouwen en wederzijds respect.

Basisprincipes van goede ouder-kindcommunicatie

  • Laat het kind weten dat u geïnteresseerd en betrokken bent en dat u zult helpen als dat nodig is.
  • Zet de televisie uit of leg de krant neer wanneer uw kind wil praten.
  • Neem geen telefoongesprek aan wanneer het kind u iets belangrijks te vertellen heeft.
  • Neem gesprekken in besloten kring, tenzij het uitdrukkelijk de bedoeling is dat er andere mensen bij worden betrokken. De beste communicatie tussen u en het kind vindt plaats als er geen anderen bij zijn.
  • Het kind in verlegenheid brengen of hem voor het blok zetten waar anderen bij zijn, leidt alleen maar tot wrok en vijandigheid, niet tot goede communicatie.
  • Toren niet boven uw kind uit. Ga fysiek op het niveau van het kind zitten en praat dan.
  • Als je erg boos bent over een gedraging of een incident, probeer dan niet te communiceren tot je weer kalm bent, want tot die tijd kun je niet objectief zijn. Het is beter om te stoppen, tot rust te komen, en later met het kind te praten.
  • Als je erg moe bent, zul je extra moeite moeten doen om een actieve luisteraar te zijn. Echt actief luisteren is hard werken en is erg moeilijk als je geest en lichaam al moe zijn.
  • Luister aandachtig en beleefd. Onderbreek het kind niet als het probeert zijn verhaal te vertellen. Wees net zo beleefd tegen uw kind als u tegen uw beste vriend zou zijn.
  • Wees geen uitveegkunstenaar, die de kleine draadjes van een verhaal uitrafelt en nooit het eigen thema van het kind de kans geeft zich te ontwikkelen. Dit is de ouder die reageert op de bijkomstigheden van een boodschap terwijl de hoofdgedachte op een rijtje wordt gezet: d.w.z., het kind begint te vertellen wat er gebeurd is en de ouder zegt: “Het kan me niet schelen wat ze doen, maar je kunt maar beter niet bij zoiets betrokken zijn.”
  • Vraag niet waarom, maar vraag wel wat er gebeurd is.
  • Als je kennis hebt van de situatie, confronteer het kind dan met de informatie die je weet of die je verteld is.
  • Houd de volwassene aan het woord (“Je praat wel als ik klaar ben.” “Ik weet wat het beste voor je is.” “Doe gewoon wat ik zeg en dat zal het probleem oplossen”), preken en moraliseren tot een minimum beperkt, omdat ze niet behulpzaam zijn om de communicatie open te krijgen en te houden.
  • Gebruik geen neerbuigende woorden of uitspraken: dom, stom, lui: “Dom, dat slaat helemaal nergens op” of “Wat weet jij er nou van, je bent nog maar een kind.”
  • Help het kind bij het plannen van enkele specifieke stappen naar de oplossing.
  • Laat zien dat je het kind zelf accepteert, ongeacht wat hij wel of niet heeft gedaan.
  • Beloon het kind voor het openhouden van de communicatie. Doe dit door hem te accepteren en zijn pogingen om te communiceren te prijzen.

Woorden van aanmoediging en lof

Kinderen gedijen bij positieve aandacht. Kinderen moeten zich geliefd en gewaardeerd voelen. De meeste ouders vinden het gemakkelijker om negatieve feedback te geven dan positieve. Door enkele van de onderstaande zinnen te kiezen en dagelijks met uw kind te gebruiken, zult u merken dat hij meer aandacht aan u zal gaan besteden en beter zijn best zal doen.

Ja Goed Fijn Heel goed Uitstekend Prachtig At-a-boy Juist

Dat is juist Prachtig Ik hou van de manier waarop je dat doet Ik ben blij met (trots op ) je

Dat is goed Wow Oh jongen Heel mooi Goed werk Geweldig gaan Goed voor jou Dat is de manier

Veel beter O.K. Je doet het beter Dat is perfect Goed idee Wat een slim idee

Dat is het Goed werk Goed werk om jezelf onder controle te houden Ik hou van de manier waarop je ______

Ik merkte dat je ____ Ga zo door Ik had plezier ______ met jou

Je wordt steeds beter in ______ Je toonde veel verantwoordelijkheid toen je ______

Way to go Ik waardeer de manier waarop je ______ bent Je bent daar geweldig in Je bent de beste

Goed onthouden Dat is mooi Ik hou van je______

Ik hou van de manier waarop je ______ zonder dat het gevraagd (herinnerd) hoeft te worden

Ik ben zeker blij dat je mijn zoon/dochter bent Nu heb je het Ik hou van je

Je kunt ze laten ZIEN hoe je je voelt, maar ook vertellen:

Glimlach Knikje Deel op schouder, hoofd, knie Knipoog

Signaal of gebaar om goedkeuring aan te geven High five Raak wang aan

Kriebel Lach (met, niet om) Klopje op de rug Knuffel

Een laatste aanraking

Als een kind met kritiek leeft, leert het veroordelen.
Als een kind leeft met vijandigheid, leert hij vechten.
Als een kind leeft met spot, leert hij verlegen te zijn.
Als een kind leeft met angst, leert hij angstig te zijn.
Als een kind leeft met schaamte, leert hij zich schuldig te voelen.
Als een kind leeft met tolerantie, leert hij geduldig te zijn.
Als een kind leeft met aanmoediging, leert hij zelfverzekerd te zijn.
Als een kind leeft met acceptatie, leert hij lief te hebben.
Als een kind leeft met erkenning, leert hij dat het goed is een doel te hebben.
Als een kind leeft met eerlijkheid, leert hij wat waarheid is.
Als een kind leeft met eerlijkheid, leert hij rechtvaardigheid.
Als een kind leeft met zekerheid, leert hij vertrouwen te hebben in zichzelf en de mensen om hem heen.
Als een kind leeft met vriendelijkheid, leert hij dat de wereld een fijne plek is om te leven om lief te hebben en bemind te worden.
(Anoniem)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.