Voordat Julius Caesar aan de macht kwam, ging het slecht met de oude vorsten van Rome en werd een nieuwe regering gevormd. De nieuwe regering verdeelde de Romeinen in twee groepen, de patriciërs en de plebejers. De Patriciërs waren de mensen van de hogere klasse en werden bepaald door geboorte. De Patriciërs hadden het laatste woord over regeringszaken, de Patriciërs waren ook werkzaam op religieus gebied. De Plebejers waren de lagere klasse. De Plebejers bezaten een groot deel van het land. De Plebejers scheidden zich af van de Patriciërs vanwege oneerlijke behandeling. Omdat zij geen Romeinse burgers waren, mochten de slaven van Rome niet stemmen. De nieuwe regering werd een republiek genoemd. Het had veel mannelijke rollen. De republiek had twee gekozen leiders, de Consuls. Er was ook de Senaat, die de Consuls hielp nieuwe wetten te maken. Als je eenmaal lid was van de Senaat, maakte je er levenslang deel van uit. Er waren tribunalen, die de stem van de armen waren. Prefecten patrouilleerden in de steden om de regels te handhaven.
Julius Caesar veroverde veel grote gebieden zoals Gallië (het huidige Frankrijk) en Spanje. Dit voegde een enorme hoeveelheid land toe aan het Romeinse Rijk. Het land dat Gallië aan zijn rijk toevoegde, was het gevolg van de Gallische oorlogen. Julius Caesar zelf schreef een boek waarin hij niet alleen zijn veldtocht beschreef, maar ook hoe het volk verschilde van het volk van Rome. Dit boek bestond eigenlijk uit meerdere boeken, opgesplitst voor al zijn verschillende campagnes door Europa. In Boek I wordt gezegd dat in 59 v. Chr. Julius Caesar zijn mars begon door wat nu Duitsland is. De Duitsers ontmoetten de Romeinse mars, en tijdens de strijd raakten de Romeinen in paniek, maar herwonnen snel de controle en vochten terug tegen de Duitsers. Hoewel de overwinning werd behaald, ontsnapte een cruciale leider in de Duitse regering, Ariovistus.
In Boek II en III leidt Caesar zijn lezers door de gebeurtenissen in de Alpen en Noord-Gallië, waar hij hulp kreeg van Publius Crassus om de tegenstand van Zwitserse en Franse stammen in de Alpen en België te verslaan. In Boek IV voltooit Caesar zijn bezetting van het zuidwesten van Duitsland vanaf 56 v. Chr., terwijl hij hulp krijgt van de Engelsen. Caesar voelde de hulp als een belediging van zijn macht, en versloeg op zijn beurt de Britten tweemaal in hun eigen thuisland. Als direct gevolg van de overwinning in Brittannië kondigde de Senaat een periode van dankzegging af voor 20 dagen, ter ere van Caesar.
Door 54 en 52 v. Chr. heen worden in de boeken V, VI, en VII de gevechten tegen de verschillende stammen in Gallië, België, en Brittannië uiteengezet, waarbij Caesar elke opstand snel neersloeg met minimale verliezen. Opnieuw roept de Senaat 20 dagen dankzegging uit ter ere van Caesar, met ongetwijfeld weer een verbazingwekkende prestatie van eer en uiteindelijke glorie.
Hoewel Caesar hielp enkele van de problemen in Rome te verhelpen, bracht zijn uitroep tot Dictator voor het leven velen van de Senaat van hun stuk. Op 15 maart 44 v. Chr. werd Julius Caesar vermoord door een groep samenzweerders onder leiding van Brutus, een man uit de naaste omgeving van Caesar, en Cassius.