Mechanische ontstekingssystemen bestaan hoofdzakelijk uit de contactschakelaar, de bobine, de bougies en de verdeler. Wanneer een sleutel in het contactslot wordt gestoken en in de “start”-stand wordt gedraaid, onttrekt de schakelaar tijdelijk de volledige spanning van de accu aan de starter, die deze spanning gebruikt om de motor te starten. Zodra de sleutel wordt losgelaten, springt de schakelaar automatisch terug in de “aan”-stand en wordt de energie van de accu doorgestuurd naar de bobine. De bobine is een elektromagnetische transformator die bestaat uit een zachte ijzeren kern die omwikkeld is met een primair circuit van honderden windingen van zwaar koperdraad en een secundair circuit van duizenden windingen van fijn koperdraad. De stroom die de spoel binnenkomt, wordt versterkt door het magnetisch veld tussen de draden en de kern. Vervolgens wordt de stroom door de verdeler geleid via contact met de ontstekingspunten op de verdeler. De verdeler draait op een as die door de nokkenas van de motor wordt aangedreven. Terwijl de verdeler draait, zetten de ontstekingspunten de bobine aan massa met intervallen die zijn gebaseerd op het toerental van de motor. Hoe sneller de nokkenas van de motor draait, hoe sneller de verdeler draait en hoe vaker de stroom in de bobine schommelt. Wanneer een nieuwe lading de verdeler binnenkomt, slaat de verdeler de lading kort op en leidt deze vervolgens naar de volgende bougie in de ontstekingsvolgorde. De bougie produceert dan een vonk die naar de motorcilinder overslaat, wat een nieuwe ontsteking in de motor veroorzaakt en de cyclus voortzet.