Het grootste eiland van West-Indië, Cuba, is vaak onder de loep genomen vanwege zijn turbulente politieke geschiedenis. Een groot aantal factoren heeft ertoe bijgedragen dat het eiland een van de armste landen ter wereld is, met een aanzienlijk deel van de bevolking dat in armoede leeft. Een aanzienlijk deel van de bevolking leeft in armoede. Deze statistieken gaan hand in hand met de ongelukkige reputatie van Cuba dat het moeite heeft om te voorzien in huisvesting, gezondheidszorg en andere benodigdheden. Hier zijn de top vijf feiten over hoe veel mensen zich aanpassen aan het leven in armoede in Cuba.
1. Landbouw en klimaat: Een groot deel van Cuba’s economie is sterk afhankelijk geweest van de teelt van specifieke gewassen, zoals suikerriet, een van de belangrijkste exportproducten die in de handel worden gebruikt. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van het industriële werk besteed aan de verwerking van veel van deze gewassen voor commercieel gebruik, zoals het verwerken van suikerriet tot suikerkristallen. In totaal zijn de landbouw en de industriële productie van deze goederen goed voor bijna 30% van het BBP van Cuba. Helaas beperkt deze afhankelijkheid van de landbouw het vermogen van Cuba om grote vooruitgang te boeken op het gebied van de infrastructuur en de economische stabiliteit te handhaven. De situatie wordt alleen maar verergerd door het tropische klimaat en het overwicht van orkanen tijdens het regenseizoen, die wijdverspreide schade, leed en verlies van levens kunnen veroorzaken. Toen orkaan Irma in 2017 toesloeg, liepen de kosten van de schade op tot ruim 13,6 miljard pesos (meer dan 628 miljoen dollar). Meer dan 7.400 hectare plantage-landbouwgrond werd vernietigd, waardoor een kortstondig voedseltekort ontstond en de armoede in Cuba verergerde.
2. Het embargo van de Verenigde Staten: Na de opkomst van Fidel Castro in 1961, plaatsten de Verenigde Staten een embargo dat Cubaanse exporteurs plotseling van een aanzienlijk deel van hun export beroofde. Sindsdien blijft het embargo de handel en de toegang tot Amerikaanse producten beperken. Als gevolg daarvan hebben veel mensen een gebrek aan dagelijkse benodigdheden, van elektronica tot voedsel. Het embargo omvat zelfs sancties tegen andere landen die handel drijven met Cuba. De economische beperkingen die door het embargo worden opgelegd, hebben rampzalige gevolgen voor de mensen die in armoede leven in Cuba, omdat zij niet over de dagelijkse middelen beschikken. Op dit moment lijkt er geen onmiddellijke actie te worden ondernomen om het embargo op te heffen, maar een toename van het toerisme (vooral van Amerikanen) kan de eerste stap zijn in het versoepelen van de betrekkingen tussen de twee landen.
3. Banen en werkgelegenheid: Cuba heeft een zeer laag werkloosheidscijfer in vergelijking met andere landen met een vergelijkbare economische status, dat op 1,7% rust. Een aanzienlijk deel van de werkende gezinnen in Cuba loopt echter het risico op inkomensarmoede, waarbij een individu 41,7% kans heeft op inkomensproblemen. Deze mensen werken in banen met een gemiddeld salaris dat lager is dan dat van het nationale gemiddelde. Aangezien een doorsneegezin uit ongeveer drie personen bestaat, resulteert dit in bijna vier miljoen personen die leven in huishoudens die het risico lopen in inkomensarmoede terecht te komen. Bovendien is de beroepsbevolking van Cuba verder gedestabiliseerd door de ongebreidelde toename van de vergrijzing. Meer dan 20% van de Cubaanse bevolking is ouder dan 60 jaar, wat ook betekent dat de vruchtbaarheidscijfers laag zijn als gevolg van deze demografische onevenwichtigheden. Voor het gemiddelde gezin in Cuba dat in armoede leeft, kan het dus moeilijk zijn om werk te vinden. Aan de andere kant kunnen liefdadigheidsinstellingen zoals de Caribbean Movement Trust dergelijke gezinnen helpen om meer zelfvoorzienend te worden en een vast inkomen te behouden door middel van onderwijs, opleiding en gezondheidszorgprojecten.
4. Huisvesting en energie: De Cubaanse regering houdt nauwlettend toezicht op transacties en logistiek met betrekking tot onroerend goed en huiseigendom. Het is ongelooflijk moeilijk om van woonplaats te veranderen, omdat de regering een systeem van gedwongen woningruil heeft opgelegd, waarbij het bezit van een huis doorgaans wordt gezien als collectief eigendom, dat door de staat wordt gecontroleerd. De situatie is nog erger voor degenen die in armoede leven in Cuba, aangezien zij zich geen voortdurende verandering kunnen veroorloven en vaak moeten leven zonder schoon water, gas en elektriciteit. Internationale liefdadigheidsinstellingen zoals de Nextenergy Foundation werken echter aan de levering van duurzame energie om bij te dragen aan de armoedebestrijding in veel landen, waaronder Cuba.
5. Gezondheidszorg en onderwijs: Ondanks de vele moeilijkheden in hun leven, kunnen Cubanen genieten van gratis gezondheidszorg en onderwijs op alle niveaus. De regering controleert de distributie van goederen zoals levensmiddelen en medicijnen en heeft opdracht gegeven lichamelijke opvoeding en sport in het Cubaanse onderwijs op te nemen om een gezond leven te bevorderen. Zelfs voor degenen die in armoede leven in Cuba, is basisonderwijs voor kinderen tussen zes en elf jaar verplicht. Als gevolg hiervan is een aanzienlijke meerderheid van de Cubaanse bevolking geletterd. Bovendien zijn vrouwen verzekerd van gelijke onderwijskansen en maken zij meer dan de helft uit van alle afgestudeerden aan de universiteit.
Cuba’s milieu, handelsbeperkingen en algemeen gebrek aan dagelijkse levensbehoeften plaatsen veel van zijn burgers in armoede. Gelukkig zijn er veel organisaties die zich inzetten voor bewustmaking en geld en middelen doneren aan degenen die in Cuba wonen. Na verloop van tijd en door de inspanningen van veel mensen, is het mogelijk om het ontwikkelingsproces te versnellen om dit land dat hulp nodig heeft te helpen.
– Aditya Daita
Photo: