piramide van 6 niveausLeren is een proces in meerdere stappen van toenemende cognitieve complexiteit. Deze informatie is nuttig om te weten omdat de vragen die in de nationale examencommissies worden gesteld, over het algemeen redeneringen op een hoger niveau vereisen. Bloom’s Taxonomy of the Cognitive Domain, herzien door Anderson en Krathwohl in 2001, omvat zes categorieën, beginnend met het eenvoudigste niveau (REMEMBER) en eindigend met het zesde en meest complexe niveau (CREATE). Als je studeert voor je examen, moet je leren om ook op hogere niveaus te denken (d.w.z. analyseren, evalueren en creëren). Dit is wat je moet weten over de zes “niveaus” van leren:

1. Niveau 1 – HERINNERING. Leerlingen zijn in staat om zich een breed scala van eerder geleerde stof te herinneren, van specifieke feiten tot complete theorieën. Maar dit niveau vereist slechts dat de juiste informatie in herinnering wordt gebracht. Voorbeelden van werkwoorden zijn: labelen, opsommen, kiezen, lezen, herinneren, registreren, relateren, herzien, selecteren, schrijven.

2. Niveau 2 – ONDERSTANDEN. De lerenden tonen hun begrip van de leerstof door ideeën of concepten uit te leggen of het geleerde te interpreteren en te vertalen. Voorbeelden van werkwoorden zijn: definiëren, beschrijven, bespreken, verklaren, interpreteren, classificeren, vertalen.

3. Niveau 3 – TOEPASSEN. De lerenden passen hun kennis toe door ze te gebruiken in een andere vertrouwde situatie dan die waarin het geleerd werd. De toepassing kan regels, methoden, concepten, principes, wetten en theorieën omvatten. Voorbeelden van werkwoorden zijn: aanpassen, toepassen, veranderen, berekenen, construeren, generaliseren, interpreteren, illustreren, maken, tonen, oplossen.

4. Niveau 4 – ANALYSE (kritisch denken). Leerlingen analyseren wanneer zij informatie in delen opsplitsen om inzichten en verbanden te onderzoeken in een poging bewijzen voor een conclusie te vinden. Voorbeelden van werkwoorden zijn: analyseren, onderscheiden, afleiden, vergelijken, contrasteren, afleiden, deconstrueren, differentiëren, berekenen.

5. Niveau 5 – EVALUEREN (kritisch denken). Leerlingen evalueren wanneer zij diepgaande reflectie, kritiek en beoordeling gebruiken om een beslissing of een handeling te rechtvaardigen. Voorbeelden van werkwoorden zijn: beoordelen, argumenteren, beoordelen, kiezen, vergelijken, concluderen, bekritiseren, bespreken, bepalen, differentiëren, discrimineren, evalueren, afleiden, oordelen, rechtvaardigen, meten, aanbevelen, valideren.

6. Niveau 6 – CREËREN (kritisch denken). Leerlingen creëren wanneer zij nieuwe ideeën, producten of manieren om dingen te bekijken genereren. Voorbeelden van werkwoorden zijn: handelen, assembleren, combineren, samenstellen, construeren, creëren, ontwerpen, ontwikkelen, formuleren, genereren, veronderstellen, verbeelden, voorspellen, plannen, voorbereiden, produceren.

Omdat de vragen die op de nationale borden worden gebruikt, gebaseerd zijn op kritisch denken, moet u ervoor zorgen dat u het volledige spectrum van leren omvat dat de taxonomieniveaus 4 tot en met 6 omvat. Als je actief nadenkt over de stof (met behulp van kritisch denken), verwerk je de ideeën grondiger en construeer je uitgebreide cognitieve netwerken die nieuwe ideeën met elkaar verbinden en ze koppelen aan wat je al weet.

Bedenk dat je niet veel leert door alleen maar te lezen, stof uit je hoofd te leren en op te roepen. U moet het geleerde “activeren” door erover te praten, te schrijven, het te relateren aan vroegere ervaringen, het toe te passen in uw dagelijks leven – kortom, het deel te laten uitmaken van uzelf.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.