Voor de meeste Amerikanen is Timothy McVeigh de dader van de ergste daad van binnenlands terrorisme in de geschiedenis van de VS, een moordenaar die in 1995 een bomaanslag pleegde op een federaal gebouw in Oklahoma City, waarbij 168 onschuldigen, waaronder kinderen, om het leven kwamen.
Maar in de extremistische marge van de samenleving (meestal gelieerd aan extreem-rechts) is McVeigh een held geworden. Dat staat in het korte maar verontrustende nieuwe rapport van het Southern Poverty Law Center, “McVeigh Worship: The New Extremist Trend.”
Gerelateerd: Vier manieren waarop Google radicalisering en extremisme wil bestrijden
“Er lijkt een groeiende bewondering te zijn voor McVeigh in sommige extremistische kringen,” schrijft Bill Morlin van de SPCL. Hij noemt verschillende voorbeelden van hoe McVeigh, die in de zomer van 2001 werd geëxecuteerd, als martelaar is geadopteerd door anti-regerings extremisten – vaak degenen die ook blanke supremacistische denkbeelden koesteren.
Het meest verontrustend is het voorbeeld van Jeremy Christian, die in mei twee mannen doodde in Portland, Oregon, nadat zij hem hadden aangesproken op het lastigvallen van moslim vrouwen in een trein. Morlin merkt op dat Christian “de bommenlegger van Oklahoma City had geprezen in een Facebook-post. May all the Gods Bless Timothy McVeigh — a TRUE PATRIOT!!!” schreef Christian.”
McVeigh werd op soortgelijke wijze aangehaald tijdens de impasse in het Malheur National Wildlife Refuge in Oregon tussen wetshandhavers en anti-regerings-extremisten die gelieerd zijn aan de Bundy-clan en zijn Citizens for Constitutional Freedom.
Morlin wijst op uitspraken van een aanhanger uit Alaska van de anti-regeringsbezetters: “De strijd om de rechten van het volk woedt voort en er moet worden aangenomen dat eenling-patriotten wellicht een andere reactie plannen op de misstanden van de centrale regering. Als het lont eenmaal is aangestoken, zal het moeilijk te doven zijn. Er is een plek waar we allemaal aan moeten denken: Oklahoma City.”
Morlin noemt verschillende andere voorbeelden van gewelddadige extremisten die sympathieën bleken te hebben voor McVeigh, waaronder dat van Bryan Moles, die in mei naar Washington, D.C., ging met een aanvalsgeweer, in een kennelijke poging om president Trump kwaad te doen. Hij zou zijn bewondering voor McVeigh hebben geuit; voordat hij zijn huis in Pennsylvania verliet, liet Moles $4,19 achter op zijn bankrekening, wat volgens Morlin een verwijzing kan zijn geweest naar de datum van de bomaanslag in Oklahoma City: 19 april 1995 (de volgende dag, 20 april, is populair bij extremisten omdat het de verjaardag is van Adolf Hitler).
Enige affiniteit voor McVeigh is ook te vinden op sociale media:
Op de website van The Daily Stormer, een neonazi-uiting, schreef een gebruiker – in reactie op een video getiteld “The False Equivalence of Timothy McVeigh”-dat “McVeigh een patriot was die een dupe was geworden.”
Tegzelfdertijd heeft rechts geprobeerd McVeigh aan links-extremisme te linken. In 2011 bijvoorbeeld zei een schrijver van Breitbart News over Occupy Wall Street: “Iets zegt me dat Timothy McVeigh precies in deze groep zou passen.”
Misschien wel het meest verwarrend van alles is dat McVeigh in 2001 werd geprezen door de schrijver Gore Vidal, die zich soms uitleefde in een intellectuele, pre-digitale versie van wat bekend is geworden als trollen.
Tesprekend over McVeigh’s executie op een boekenfestival in Edinburgh, beschreef Vidal het “overontwikkelde gevoel voor rechtvaardigheid” van de verwarde jongeman en suggereerde dat McVeigh “het niet heeft gedaan.”
Die mening wordt niet door velen gedeeld.