Naast intense tektonische activiteit heeft Venus ook veel vulkanisme gekend. De grootste vulkanische uitbarstingen zijn de enorme lavavelden die het grootste deel van de glooiende vlaktes bedekken. Deze zijn in veel opzichten vergelijkbaar met de overlappende lavavelden op andere planeten, waaronder de Aarde, maar ze zijn veel uitgestrekter. De afzonderlijke lavastromen zijn voor het grootste deel lang en dun, wat erop wijst dat de uitbarstende lava zeer vloeibaar was en daardoor in staat was om over lange afstanden over zachte hellingen te stromen. Lavastromen op Aarde en de Maan die zo gemakkelijk stromen bestaan meestal uit basalten, en het is dus waarschijnlijk dat basalten ook veel voorkomen op de vlakten van Venus.
Van de vele soorten lavastromen die op de Venus-vlakten te zien zijn, is er geen opmerkelijker dan de lange, bochtige canali. Deze meanderende kanalen hebben meestal een opmerkelijk constante breedte, die kan oplopen tot 3 km (2 mijl). Zij strekken zich gewoonlijk uit tot 500 km over de oppervlakte; één ervan is 6.800 km lang. Canali zijn waarschijnlijk uitgesleten door lavastromen met een zeer lage viscositeit die met aanhoudend hoge ontladingssnelheden tot uitbarsting kwamen. In enkele gevallen lijken segmenten van canali zich bergopwaarts te ontwikkelen, wat suggereert dat er na het ontstaan van de geulen een korstformatie heeft plaatsgevonden die de zachte neerwaartse hellingen heeft omgebogen in opwaartse. Andere kanaalachtige vulkanische kenmerken op Venus zijn onder andere kronkelige rilles die ingestorte lavabuizen kunnen zijn, en grote, complexe samengestelde valleien die blijkbaar het resultaat zijn van bijzonder massale uitstortingen van lava.
Op veel plaatsen op Venus hebben vulkaanuitbarstingen bouwwerken gebouwd die lijken op de grote vulkanen van Hawaii op Aarde of die geassocieerd worden met de Tharsis-regio op Mars. Sif Mons is een voorbeeld van zo’n vulkaan; er zijn er meer dan 100 andere verspreid over de planeet. Zij staan bekend als schildvulkanen, bereiken hoogten van verscheidene kilometers boven de omringende vlakten en kunnen aan hun basis honderden kilometers in doorsnee zijn. Zij bestaan uit vele afzonderlijke lavastromen die in een radiaal patroon op elkaar gestapeld zijn. Zij ontstaan wanneer een bron van lava onder het oppervlak lang genoeg op één plaats vast en actief blijft, zodat het vulkanisch materiaal dat erdoor wordt uitgestoten, zich erboven in grote hoeveelheden kan ophopen. Net als die op de glooiende vlaktes zijn de stromen die de schildvulkanen vormen over het algemeen erg lang en dun en bestaan ze waarschijnlijk uit basalt.
Wanneer een ondergrondse bron van lava wordt ontdaan van zijn inhoud, kan de grond erboven instorten, waardoor een depressie wordt gevormd die een caldera wordt genoemd. Op Venus zijn veel vulkanische caldera’s waargenomen, zowel bovenop schildvulkanen als op de wijdverspreide lavavlakten. Ze zijn vaak ruwweg cirkelvormig en lijken in grote lijnen op caldera’s die men op Aarde en Mars kan waarnemen. De top van Sif Mons bijvoorbeeld heeft een caldera-achtige vorm met een diameter van 40-50 km.
Naast de uitgestrekte lavavlakten en de enorme schildvulkanen zijn er veel kleinere vulkanische landvormen. Enorme aantallen kleine vulkaankegels liggen verspreid over de vlakten. Bijzonder ongewoon in hun verschijning zijn de zogenaamde pannenkoekkoepels, die meestal enkele tientallen kilometers in doorsnee en ongeveer 1 km hoog zijn en opmerkelijk cirkelvormig zijn. Zij hebben een vlakke top en steile kanten en lijken te zijn gevormd toen een massa dikke lava uit een centrale opening werd geperst en zich over een korte afstand in alle richtingen naar buiten uitspreidde alvorens te stollen. De lava die zulke koepels vormde was duidelijk veel viskeuzer dan de meeste lava op Venus. Hun samenstelling is onbekend, maar – gezien de kennis van lavas op Aarde – zijn ze waarschijnlijk veel rijker aan silica dan de basalten die elders op de planeet overheersen.
Volkanische bouwwerken zijn niet gelijkmatig verdeeld op Venus. Hoewel ze overal voorkomen, zijn ze bijzonder geconcentreerd in de Beta-Atla-Themis regio, tussen 180° en 300° oosterlengte. Deze concentratie kan het gevolg zijn van een brede actieve opwelling van de Venusmantel in dit gebied, die geleid heeft tot een verhoogde warmtestroom en de vorming van magma reservoirs.
Het Venus Express ruimtevaartuig vond bewijzen voor actieve vulkanen op Venus. Een sterke stijging van de hoeveelheid zwaveldioxide in de atmosfeer in 2006 zou het gevolg kunnen zijn van vulkaanuitbarstingen. In 2008 werd een hete plek waargenomen die ontstond en dan weer afkoelde in de Ganiki Chasma rift zone.