Vraag: “Waarom is dankzegging aan God belangrijk?”
Antwoord: De Bijbel staat vol met opdrachten om God te danken (Psalm 106:1; 107:1; 118:1; 1 Kronieken 16:34; 1 Tessalonicenzen 5:18). De meeste verzen noemen vervolgens redenen waarom we Hem moeten danken, zoals “Zijn liefde duurt eeuwig” (Psalm 136:3), “Hij is goed” (Psalm 118:29), en “Zijn barmhartigheid is eeuwig” (Psalm 100:5). Dankzegging en lofprijzing gaan altijd samen. Wij kunnen God niet op gepaste wijze loven en aanbidden zonder ook dankbaar te zijn.
Het voelen en uiten van waardering is goed voor ons. Zoals elke wijze vader wil God dat wij leren dankbaar te zijn voor alle gaven die Hij ons heeft gegeven (Jakobus 1:17). Het is in ons eigen belang om eraan herinnerd te worden dat alles wat we hebben een geschenk van Hem is. Zonder dankbaarheid worden we arrogant en egocentrisch. We beginnen te geloven dat we alles in ons eentje hebben bereikt. Dankbaarheid houdt ons hart in de juiste verhouding tot de Gever van alle goede gaven.
Dankbaarheid herinnert ons er ook aan hoeveel we wel hebben. De mens is geneigd te begeren. We hebben de neiging ons te concentreren op wat we niet hebben. Door voortdurend dank te zeggen worden we eraan herinnerd hoeveel we wel hebben. Wanneer we ons richten op zegeningen in plaats van op wensen, zijn we gelukkiger. Wanneer we beginnen God te danken voor de dingen die we gewoonlijk als vanzelfsprekend beschouwen, verandert ons perspectief. We beseffen dat we niet eens zouden kunnen bestaan zonder de genadige zegeningen van God.
Eerste Thessalonicenzen 5:18 zegt: “Dankt in alles, want dat is wat God van u verlangt in Christus Jezus.” Wij moeten dankbaar zijn, niet alleen voor de dingen die ons bevallen, maar ook voor de omstandigheden die ons niet bevallen. Wanneer wij ons ten doel stellen God te danken voor alles wat Hij in ons leven laat komen, houden wij bitterheid op afstand. We kunnen niet tegelijkertijd dankbaar en bitter zijn. Wij danken Hem niet voor het kwaad, maar dat Hij ons erdoorheen helpt (Jakobus 1:12). Wij danken Hem niet voor het kwaad dat Hij niet heeft veroorzaakt, maar wij danken Hem wanneer Hij ons de kracht geeft om het te verdragen (2 Korintiërs 12:9). Wij danken Hem voor Zijn belofte dat “alle dingen medewerken ten goede, voor hen die God liefhebben en naar Zijn voornemen geroepen zijn” (Romeinen 8:28).
We kunnen een dankbaar hart jegens God hebben, zelfs wanneer we ons niet dankbaar voelen voor de omstandigheid. Wij kunnen treuren en toch dankbaar zijn. Wij kunnen gekwetst zijn en toch dankbaar. We kunnen boos zijn op de zonde en toch dankbaar zijn tegenover God. Dat is wat de Bijbel een “offer van lofprijzing” noemt (Hebreeën 13:15). God danken houdt ons hart in een goede relatie met Hem en redt ons van allerlei schadelijke emoties en houdingen die ons beroven van de vrede die God wil dat we ervaren (Filippenzen 4:6-7).