Hoe denkt u over genetisch gemodificeerd voedsel?
Het is een vraag die kan leiden tot zeer gepassioneerde antwoorden en een heleboel debat: sommigen beweren dat het de honger in de wereld zou kunnen beëindigen, anderen denken dat de risico’s te groot zijn.
Het is een krachtige technologie. Wetenschappers kunnen een reeks moderne moleculaire technologieën gebruiken om gewassen productiever te maken of voedzamer en beter voor de darmgezondheid. Boeren kunnen gewassen verbouwen die beter bestand zijn tegen barre milieuomstandigheden, zoals droogte of zoute (zoute) grond, of het gebruik van pesticiden en onkruidverdelgers verminderen.
En toch, ondanks de potentieel immense voordelen, zijn sommige mensen fel gekant tegen elke vorm van genetische modificatie, met het argument dat het schadelijk kan zijn voor de menselijke gezondheid of het milieu, of wijzend op ethische bezwaren. Decennia van wetenschappelijke studies hebben overvloedig bewijs geleverd als antwoord op deze zorgen.
Maar voordat we ons volledig kunnen verdiepen in een aantal van de gesprekken rond genetische modificatie, moeten we de fundamentele wetenschap begrijpen achter wat er bij betrokken is.
Wat is genetische modificatie?
In het algemeen is genetische modificatie niets nieuws. Mensen hebben de genen van planten, dieren en microben al duizenden jaren veranderd, zelfs voordat ze wisten wat een ‘gen’ was. Vroege planten- en dierenfokkers kozen individuele organismen met gewenste eigenschappen en gebruikten methoden zoals selectief fokken om het gewenste resultaat te bereiken: groter en zoeter fruit misschien, of honden die trouw en gemakkelijk te trainen waren.
Nadat we meer te weten zijn gekomen over de wetenschap van genen, hebben we technologieën kunnen ontwikkelen waarmee die genen veel nauwkeuriger en gerichter kunnen worden veranderd dan met conventionele kweekmethoden. De term “genetische modificatie” wordt nu door veel mensen gebruikt om specifiek te verwijzen naar deze moderne technologieën en hun rol bij de ontwikkeling van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) en producten.
Het is nog steeds een zeer brede term, aangezien er veel verschillende technieken en technologieën worden gebruikt, elk met hun eigen voor- en nadelen. Ze hebben echter allemaal betrekking op het toevoegen, verwijderen of in- of uitschakelen van specifieke genfuncties om meer gewenste eigenschappen in een organisme te bereiken.
Hoe kun je genen veranderen?
Genen zijn delen van het DNA die de instructies leveren voor het maken van eiwitten, die vervolgens structuren kunnen bouwen of functies kunnen uitvoeren in levende wezens. Alle organismen hebben genen die vergelijkbare eigenschappen hebben. Om de genetische opmaak van een organisme te veranderen, kunnen wetenschappers een specifiek gen identificeren dat een bepaalde functie of eigenschap in een organisme produceert, zoals resistentie tegen insectenplagen, dan dat gen kopiëren en isoleren om het in een ander organisme over te brengen. Als dat lukt, zal dat gen vervolgens die functie of eigenschap produceren in het gemodificeerde dier, de gemodificeerde plant of de gemodificeerde microbe.
Bij traditionele selectieve kweekmethoden krijgen de nakomelingen een mengsel van genen van beide ouders. Deze genen kunnen de genen bevatten die verantwoordelijk zijn voor een gewenste eigenschap, maar ze kunnen ook een heleboel andere ongewenste genen met zich meebrengen die ongewenste eigenschappen produceren. Of een fokker kan eindigen met een heleboel nakomelingen die het gewenste gen helemaal niet hebben. Het is een traag proces dat hit-and-miss kan zijn.
Door zich te richten op specifieke genen, in plaats van te vertrouwen op willekeurige vermenging, kan gentechnologie het proces versnellen en een zeer nauwkeurige genoverdracht tot stand brengen zonder alle ongewenste extra bagage.
Is het ‘natuurlijk’?
De moderne technieken voor genetische modificatie kunnen door sommige mensen als onnatuurlijk, en dus als ongezond of onbetrouwbaar worden beschouwd. Kan een ingebracht gen effecten hebben waar we ons niet van bewust zijn? Kan het de balans van bestaande genen verstoren, waardoor de plant grotere hoeveelheden natuurlijk gif produceert, of de voedingsinhoud verandert?
De moderne methoden van genetische modificatie zijn doelbewuster en nauwkeuriger, maar gebaseerd op dezelfde principes die al millennia lang met of zonder menselijke tussenkomst worden toegepast – we hebben alleen uitgevonden hoe we die veranderingen met grotere nauwkeurigheid kunnen bereiken.
Er zijn ook strenge regels om ervoor te zorgen dat gemodificeerde genen geen giftig of allergeen eiwit produceren in een genetisch gemodificeerd organisme. Regelgevers zorgen ervoor dat de organismen en producten even veilig zijn als hun conventionele tegenhangers voordat ze worden goedgekeurd voor commerciële productie.
Genetische modificatie is een krachtig instrument: we kunnen de mondiale voedselzekerheid vergroten, de voedingswaarde van voedsel verbeteren, minder bestrijdingsmiddelen en herbiciden gebruiken en nieuwe manieren ontwikkelen om ziekten te bestrijden. Natuurlijk moet genetische modificatie met grote zorg worden gebruikt, met regelgeving om ervoor te zorgen dat het veilig en effectief wordt gebruikt. Om deze ideeën verder uit te diepen, kunt u de brochure “Genetische modificatie: Questions and Answers’ boekje.