Onderzeeërs gebruiken geluidsgolven (sonar) om onder water hun weg te vinden, hun doelwitten te lokaliseren en hun vijanden te ontwijken. Daarom is het belangrijk te weten hoe geluidsgolven zich in zeewater voortbewegen. Dit vereist op zijn beurt onderzoek naar de fysische kenmerken van zeewater, de topografie van de oceaanbodem, en een groot aantal verwante onderwerpen. Gezien de vele natuurlijke en door de mens veroorzaakte bronnen van geluid in de oceaan, is de studie van onderwatergeluid een zeer gecompliceerd onderwerp. Om deze redenen steunt de marine al lang een breed scala aan onderzoek in wetenschappen als oceanografie, akoestiek en andere gebieden die van vitaal belang zijn voor het gebruik van onderzeeërs. De door kernenergie aangedreven onderzoeksduikboot NR-1 heeft veel bijgedragen tot deze inspanning.
Nucleair aangedreven onderzoeksonderzeeër NR-1
NR-1 kwam in 1969 in dienst. Zij was in de eerste plaats ontworpen voor het opsporen en bergen van onderwater objecten, zoals gezonken Sovjet onderzeeërs of verloren Sovjet raketten. Secundair, hield zij zich ook bezig met diep-onderdompeling onderzoek.
NR-1 is 140 voet (43 m) lang, 12 voet (3,6 m) in diameter, en verplaatst ongeveer 400 ton onder water. Ze heeft een bemanning van twee officieren, drie manschappen en twee wetenschappers. Een drukwaterreactor ter grootte van een koelkast drijft twee aan de buitenkant gemonteerde elektromotoren met propellers aan en levert tevens het vermogen aan vier stuwraketten voor de manoeuvreerbaarheid. NR-1 hoeft niet zo stil te zijn als een gevechtsonderzeeër en hoeft ook niet zoveel schokken te doorstaan. Zij voldoet echter wel aan dezelfde hoge normen op het gebied van reactorveiligheid en betrouwbaarheid als alle Amerikaanse nucleair aangedreven onderzeeërs. Met dank aan het U.S. Naval Institute